Inhoudsopgave
Advertenties
3.3
SERVICEVERLENING VOORDEK _____________________________________________
Het voordek kan worden geheven en gekanteld om betere
toegang te krijgen tot de maaieenheden en messen ten
behoeve van onderhoud en schoonmaken. Zorg ervoor dat
alle aandrijvingen worden uitgeschakeld, de parkeerrem
wordt aangetrokken, de motor wordt stilgezet en de
contactsleutel verwijderd voordat aan en rond het dek wordt
gewerkt.
Kanteling van het voordek in de servicestand:
1.
Draai het anti-slinger mechanisme (F), linksonder het
vloerpaneel, naar de servicestand - Afb.3C.
2.
Start de motor en hef het dek totdat de achterste
spoorwielen los van de grond zijn. Zet de motor stil.
3.
Haal de maaihoogte-afstelpennen uit de spoorwiel-
beugel zodat de jukconstructie vrijelijk zweeft.
4.
Start de motor en hef het dek volledig. Zet de motor
stil.
5.
Til het dek aan de voorkant met de hand op en draai
het tot het stevig vergrendelt.
WAARSCHUWING
!
Het voordek is zwaar en kan ernstige verwondingen of
schade aanrichten wanneer het valt. Gebruik altijd de
juiste heftechnieken bij het opheffen of neerhalen van
het voordek naar servicepositie.
Door de vergrendeling los te halen wordt bij het
neerhalen van het dek het volle gewicht van het dek
losgelaten. Zorgt dat iemand die hierbij assisteert zich
hiervan bewust is alvorens de grendel los te maken.
Het dek neerhalen na onderhoud:
1.
Til op het dek omhoog en haal de vergrendeling (A)
naar voren. Verlaag met de hand en bevestig het dek
met een spil tot het wordt ondersteund door hefarmen.
3.4
BIJSTELLING ZIJMAAIDEKKEN ______________________________________________
1.
De zijmaaidekken moeten worden aangepast aan het
voorste maaidek om scalpering van het gras en
mogelijke beschadiging van de zijmaaidekken zelf te
voorkomen.
2.
Draai de messen van het voorste maaidek naar de
getoonde posities in Afb. 3A.
3.
Meet de hoogte vanaf het grondoppervlak tot de
voorrand van het middelste mes van het voorste
maaidek
(B)
en
zijmaaidekmessen (L). Plaats of verwijder opvulstukjes
(G) overeenkomstig de behoefte tussen het stootstuk
(H) en de steunbeugels van de zijmaaidekken totdat
alle messen van het voorste maaidek zich op dezelfde
hoogte bevinden.
4.
Bewaar
overtollige
steunbeugel.
5.
Verstel de voorste zijmaaideksteunarmen (J) op of
neer tot ze tegen aanslag (K) rusten.
de
buitenste
randen
opvulstukjes
(G)
boven
Om persoonlijke verwondingen of schade aan het dek
of de hefarmen te voorkomen, zorg ervoor dat het dek
NIET van de onderhoudspositie wordt neergelaten.
2.
Start de motor en laat het dek neer tot het horizontaal
is en de zwenkwielen zich iets boven de grond
bevinden. Zet de motor stil.
3.
Breng een hoogte-afstelpen in om de achterste
zwenkwielen aan te passen aan de maaihoogte - Afb.
3F.
4.
Draai het anti-slinger mechanisme (F) naar de bedrijf-
sstand - Afb.3C.
van
de
K
J
de
AFSTELLINGEN
A
F
G
3
HR007
Afb. 3B
F
HR029
Afb. 3C
G
H
Afb. 3D
nl-11
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
