4.4
MOTOR __________________________________________________________________
BELANGRIJK: Bij deze tractor wordt een aparte
motorhandleiding meegeleverd die is samengesteld
door de motorfabrikant. Deze handleiding dient
aandachtig
te
worden
voldoende vertrouwd bent met de bediening en het
onderhoud van de motor. Zorgvuldige opvolging van
de aanwijzingen van de motorfabrikant verzekeren u
van een maximale levensduur van de motor. Voor het
bestellen van een vervangende motorhandleiding
dient contact met de betreffende fabrikant te worden
opgenomen.
Geef de motor de gelegenheid om goed in te lopen
aangezien dit een aanzienlijk verschil maakt voor de
prestatie en gebruiksduur ervan.
Jacobsen adviseert u om tijdens de inloopperiode het
volgende te doen:
1. Tijdens de eerste 50 bedrijfsuren dient de motor een
werktemperatuur van minstens 60°C te bereiken
voordat hij wordt blootgesteld aan volle belasting.
4.5
MOTOROLIE ______________________________________________________________
Controleer de motorolie aan het begin van iedere
werkdag. Ingeval van een laag oliepeil moet de
olievuldop worden verwijderd en olie worden bijgevuld tot
het MAX-streepje op de peilstok.
Na
de
eerste
25
olieverversing plaats te vinden, en vervolgens na iedere
250 bedrijfsuren. Zie de motorhandleiding.
4.6
GELUIDDEMPER EN UITLAAT _______________________________________________
WAARSCHUWING
!
Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, wat giftig is en
bij inademing dodelijk kan zijn.
Bedien NOOIT een motor zonder afdoende ventilatie.
doorgelezen
totdat
bedrijfsuren
dient
de
2. Controleer het motoroliepeil tweemaal per dag
tijdens de eerste 50 bedrijfsuren. Een hoger dan
normaal olieverbruik is niet ongewoon tijdens de
u
inloopperiode.
3. Ververs de motorolie en vervang het oliefilter-
element na de eerste 50 bedrijfsuren.
4. Controleer
namoriemen - zonodig bijstellen.
5. Zie sectie 4.23 en de motorhandleiding voor
specifieke perioden tussen onderhoudsbeurten.
Als
de
injectiepomp,
brandstofsysteem service nodig hebben, neem dan
contact op met een erkende Jacobsen Dealer.
Opmerking: De tractor is ontworpen om optimaal te
werken en maaien bij de fabrieksinstelling van de
regulateur. Deze mag niet worden veranderd, terwijl de
motor nooit mag worden overbelast.
Gebruik uitsluitend motorolie met API classificatie CD-II,
CE, CF-4. Raadpleeg de Motorhandleiding voor volledige
specificaties.
eerste
- 20˚C
-4˚F
Ter beveiliging tegen koolmonoxidevergiftiging moet het
volledige
geïnspecteerd. Een defecte uitlaat moet altijd worden
vervangen. Als u een verandering waarneemt in de kleur
of het geluid van resp. uitlaatgassen of uitlaat, zet de
motor dan onmiddellijk stil. Identificeer het probleem en
laat het systeem repareren.
Geef
alle
hetzelfde draaikoppel. Uitlaatklemmen moeten worden
vastgezet en zonodig vervangen.
ONDERHOUD
de
ventilator-
en
inspuitstukken
SAE 15W-40
uitlaatsysteem
regelmatig
bevestigingen
van
het
4
wisselstroomdy-
of
het
+45˚C
+113˚F
HR005
Afb. 4D
worden
uitlaatspruitstuk
nl-21