4.7.
INSTELLINGEN VAN HET PRODUCT
Vereisten en Verplichtingen:
De automatische werking van de robotmaaier vereist een reeks instellingen die kunnen worden gemaakt
via een mobiel apparaat (smartphone), iOS of Android met de geïnstalleerde "STIGA.GO" -app.
De iOS-app kan worden gedownload via iOS App Store. De Android-app kan worden gedownload via
Google Play Store.
Vanuit de App kan men de volgende functies instellen. Controleer de beschikbare functies voor uw model
in de tabel:
• De robotmaaier starten, stoppen en forceren om terug te keren naar het laadstation.
• De werkmodus selecteren in een afgesloten gebied dat niet autonoom kan worden bereikt door
de robotmaaier.
• Selecteer de modus Geplande taak/Enkele maaicyclus.
• Programmeer de Werkuren voor de dagen van de week.
• Stel de werkstartpunten in om de hele tuin gelijkmatig te bewerken.
• Stel de dagen van de week in om de randen bij te snijden.
• Schakel een energiezuinige eco-modus in.
• Schakel de gevoeligheid van de regensensor in en stel deze in.
• Stel verschillende gebruikers in staat om de robotmaaier te gebruiken via de app.
• Kies en neem contact op met uw plaatselijke dealer.
INDEX INSTELLINGEN VAN HET PRODUCT
4.7.1. PRELOGIN ....................................................................................................................................................................... 34
4.7.2. REGISTRATIE (SIGN UP) ................................................................................................................................................ 34
4.7.3. ASSOCIATIE (PAIRING) .................................................................................................................................................. 34
4.7.7. INSTELLINGEN (SETTINGS) .......................................................................................................................................... 35
4.7.10. GO-TO CUT POINTS ....................................................................................................................................................... 35
4.7.12. ECO-MODUS .................................................................................................................................................................... 36
NL
4. INSTALLATIE
33