PROGRAMMA-SCANFUNCTIE
Deze scanfunctie is vergelijkbaar met de VFO scanfunctie met
1
als verschil dat u grenzen kunt stellen aan het frequentiebereik
dat gescand wordt.
2
3
4
5
6
■
Instellen van de grensfrequenties voor het scannen
7
U kunt tien scan-bereiken in de geheugenkanalen L0/U0 t/m
L9/U9 vastleggen.
8
1 Kies de gewenste band.
2 Draai aan de Afstemknop tot de gewenste onderste
9
grensfrequentie op het display wordt aangegeven.
3 Druk op [F].
10
4 Draai aan de Afstemknop om een kanaal in het L0 t/m L9
bereik te kiezen.
11
12
13
14
15
N-28
5 Druk op [MR].
• De onderste grensfrequentie wordt in het kanaal
vastgelegd.
6 Draai aan de Afstemknop tot de gewenste bovenste
grensfrequentie op het display wordt aangegeven.
7 Druk op [F].
8 Draai aan de Afstemknop om het bijpassende kanaal in
het U0 t/m U9 bereik te kiezen.
• Indien u bijvoorbeeld in stap 4 L3 heeft gekozen, dient u
nu U3 te kiezen.
9 Druk op [MR].
• De bovenste grensfrequentie wordt in het kanaal
vastgelegd.
10
Om de vastgelegde grensfrequenties te controleren, drukt
u op [MR] en kiest vervolgens de L en U kanalen.
Opmerkingen:
◆
De onderste grensfrequentie moet lager zijn dan de bovenste
grensfrequentie.
◆
De frequentiestappen voor de onderste en de bovenste
grensfrequentie moeten gelijk zijn.
◆
De onderste en de bovenste grensfrequentie moeten in dezelfde
band vallen.