OPROEPEN VAN GEGEVENS UIT DE GEHEUGENKANALEN
1 Druk op [MR] om de geheugen-oproepfunctie in te schakelen.
• Het laatst gebruikte geheugenkanaal wordt ingesteld.
2 Draai aan de Afstemknop om het gewenste geheugenkanaal
te kiezen.
• Lege geheugenkanalen kunnen niet worden opgeroepen.
• Druk op [VFO] om over te schakelen op VFO
frequentiekeuze.
Wilt u alleen de geheugenkanalen oproepen die frequenties van
de huidige band bevatten, schakel dan menu-nummer 2 (MR) in
en kies "ONE". De oorspronkelijke instelling is "ALL".
ONE: Alleen de geheugenkanalen met frequenties van de huidige
band worden opgeroepen.
ALL: Alle geprogrammeerde geheugenkanalen worden
opgeroepen. U kunt bijvoorbeeld een geheugenkanaal met
een VHF frequentie oproepen terwijl de UHF band is
gekozen.
Opmerkingen:
◆
U kunt de geheugenkanalen ook kiezen met behulp van de
cijfertoetsen. Zie "Intoetsen van een geheugenkanaalnummer"
{blz. 40}.
◆
Als een odd-split geheugenkanaal wordt opgeroepen, verschijnen "+"
en "–" op het display. Druk op
◆
Nadat u een geheugenkanaal heeft opgeroepen, kunt u gegevens
programmeren zoals de toonfunctie-instelling of de CTCSS instelling.
Deze instellingen worden echter gewist wanneer u een ander kanaal
kiest of als u de VFO functie inschakelt. Om de gegevens permanent
vast te leggen, dient u de kanaal-inhoud te overschrijven {blz. 18}.
om de zendfrequentie te zien.
[REV]
WISSEN VAN GEGEVENS UIT DE GEHEUGENKANALEN
1 Roep het gewenste geheugenkanaal op.
2 Schakel de zendontvanger uit.
3 Druk op [MR]+ POWER ON.
• Er verschijnt een bevestigingsmelding.
2
1
4 Druk nogmaals op [MR].
• De inhoud van het gekozen geheugenkanaal wordt gewist.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
N-19