OMWISSELEN VAN DE ZEND-/ONTVANGSTFREQUENTIE
Tijdens het beluisteren van een repeater kunt u de
1
omwisselfunctie gebruiken om handmatig de signaalsterkte te
controleren van een zender die toegang heeft tot de repeater. Als
het signaal van de zender sterk genoeg is, verdient het
2
aanbeveling over te gaan op een simplexfrequentie om het
contact te vervolgen en zodoende de repeater vrij te maken.
3
Druk op [REV] om de omwisselfunctie beurtelings in en uit te
schakelen.
4
• De ontvangst- en zendfrequenties worden omgewisseld.
• De letter "R" verschijnt op het display wanneer de functie wordt
5
ingeschakeld.
6
7
8
Opmerkingen:
◆
Als bij indrukken van de
toegestane zendbereik terechtkomt, hoort u een
9
waarschuwingspieptoon wanneer de
er niet op zenden overgeschakeld.
◆
Als door inschakelen van de omwisselfunctie de ontvangstfrequentie
10
buiten het ontvangstbereik terecht zou komen, zal er bij indrukken
van de
toets een waarschuwingspieptoon klinken. De
[REV]
11
frequenties worden dan niet verwisseld.
◆
De automatische frequentieverschuiving voor repeater-toepassingen
is niet beschikbaar wanneer de omwisselfunctie is ingeschakeld.
12
◆
De omwisselfunctie kan niet tijdens zenden in- of uitgeschakeld
worden.
13
14
15
N-16
toets de zendfrequentie buiten het
[REV]
wordt ingedrukt en wordt
[PTT]