5
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
5.1
Kenmerken
De gietijzeren condensatieketel, Sime ESTELLE HE B4 INOX ErP is geschikt voor de werking met een gasoliebrander met Low NOx
geblazen lucht. Hij is bovendien uitgerust met een warmteterugvoerinrichting aan de gaszijde, waardoor hij "op condensatie" kan
worden gedefinieerd. Hij is speciaal bestemd voor gebruikers die veel belang hechten aan prestaties, een geruisloze werking en klei-
nere afmetingen.
De ketel ESTELLE HE B4 INOX ErP is de versie voor het verwarmen van vertrekken en de productie van warm water met een roestvrij-
stalen boiler met warmwateropslag van 110 liter. Hij kan van het TYPE B23P (open) zijn, als de brander de verbrandingslucht opzuigt uit
het vertrek waar hij is geïnstalleerd. In dit geval MOET het vertrek beschikken over geschikte verluchtingsopeningen met een afmeting
die overeenkomt met de normen die gelden in het land waar het apparaat gebruikt wordt. Hij kan worden omgebouwd in het TYPE
C23P
(afgesloten) m.b.v. de beschikbare KITS MET ACCESSOIRES (zie de paragraaf Optionele accessoires) waarmee het apparaat de
verbrandingslucht vanuit buiten kan opzuigen.
Het grote wisseloppervlak van de gietijzeren behuizing, in combinatie met de warmteterugvoerinrichting aan de gaszijde maakt het
mogelijk een hoog rendement te bereiken, wat resulteert in aanzienlijke besparingen op de bedrijfskosten.
5.2
Functioneringslogica's
Voor u de ketel in werking stelt, raden we u aan de boilerther-
mostaat (4) en de verwarmingsthermostaat (5) in te stellen
op circa 3/4 van het afstellingsveld (respectievelijk circa 50 en
75°C). Plaats de schakelaar (9) op winter, en activeer de alge-
mene- en hoofdschakelaar (8) om het apparaat elektrisch te
voeden. De groene signaleringsled (3) gaat aan om de aanwe-
zigheid van elektrische voeding aan te geven.
Bij een warmteverzoek van de omgevingsthermostaat of boi-
lerthermostaat die in werking treedt, start de brandstofverwar-
ming (bij branders met brandstofvoorverwarming), gedurende
enkele minuten en met de brander uitgeschakeld. Vervolgens
vindt de brandervoorventilatie plaats, wordt de vlam ontstoken
en start de systeempomp en/of de boilerpomp.
De vlam blijft aan totdat de temperatuur is bereikt die is inge-
steld met de thermostaten (4) en (5) van het bedieningspaneel,
terwijl de pomp van de installatie in werking blijft om de gepro-
duceerde warmte te gebruiken (beschikbaar). Werking en stop
van de brander zullen worden afgewisseld, totdat de gevraagde
temperatuur is bereikt door de thermostaat met het warmte-
verzoek.
Op de thermometer (2) is het mogelijk de watertemperatuur af
te lezen van het gietijzeren centrale gedeelte.
m
WAARSCHUWING
Het schema van de werkingssequenties/fasen vindt u
in de documentatie die met de geïnstalleerde brander
is meegeleverd.
44
In het geval er een warmteverzoek komt tijdens de werking in
de verwarmingsmodus, zal de ketel automatisch de werkings-
modus omschakelen om aan de lopende aanvraag te voldoen.
2
3
8
NL
4
5
9
Afb. 15