Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hydraulisch Systeem; Sifonsystemen Met Dubbele Leiding (A); Aanzuigsystemen Met Dubbele Lei- Ding (B); Nuttige Ideeën Voor Beide Systemen (A) En (B) - Riello RL 25 BLU TC Installatie-, Gebruiks- En Onderhoudsvoorschriften

Stookolie
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

7
6
6
20156631
Legende
H = Hoogteverschil pomp/voetklep
L = Leidinglengte
waarden berekend voor stookolie:
• viscositeit
= 6 cSt / 20 °C
• dichtheid
= 0,84 kg/dm
• temperatuur
= 0 °C
• max. hoogte = 200 m (boven de zeespiegel)
Ø = Binnendiameter leiding
1 = Brander
2 = Pomp
3 = Filter
4 = Handbediende klep aan/uit
5 = Aanzuigleiding
6 = Voetklep
7 = Terugloopleiding
5
4
5
7
+H
-H
m
+4
3
+3
+2
+1
+0,5
0
-0,5
-1
-2
-3
-4
A
1
2
3
B
L m
Ø mm
8
10
12
52
134
160
46
119
160
39
104
160
33
89
160
30
80
160
27
73
160
24
66
144
21
58
128
96
15
43
8
28
65
-
12
33
10
IHYDRAULISCH SYSTEEM
BRANDSTOFTOEVOER
De brander is uitgerust met een zelfaanzuigende
pomp die in staat is om binnen de limieten in de
tabel hiernaast zelf voor de toevoer te zorgen.
Er zijn drie soorten hydraulische brandstofcircuits:
• Dubbele-leidingcircuits (de meest gebruikte)
• Enkele-leidingcircuits
• Luscircuits.
Afhankelijk van de brander/reservoirlay-out kan een
van de twee toevoersystemen gebruikt worden:
• sifontype (met het reservoir hoger dan de
brander);
• aanzuigtype (met het reservoir lager dan de
brander).

SIFONSYSTEMEN MET DUBBELE LEIDING (A)

De afstand P mag niet meer dan 10 meter bedra-
gen om overmatige belasting op de pompafdich-
ting te voorkomen; de afstand V mag niet meer
dan 4 meter bedragen zodat de pomp de
zelfaanzuiging kan uitvoeren ook als het reser-
voir bijna helemaal leeg is.
AANZUIGSYSTEMEN MET DUBBELE LEI-
DING (B)
Onderdrukwaarden van de pomp hoger dan 0.45
bar (35 cm Hg) mogen niet overschreden worden
want bij hogere waarden laat de brandstof gas
af, de pomp begint lawaai te maken en zijn be-
drijfsduur vermindert. Het is een goede gewoon-
te om ervoor te zorgen dat de terugloopleiding en
de aanzuigleiding de brander op dezelfde hoogte
binnengaan; op deze wijze is het onwaarschijnlij-
ker dat de aanzuigingleiding geen aanzuiging
kan uitvoeren of ophoudt met aanzuigen.
NUTTIGE IDEEËN VOOR BEIDE SYSTEMEN (A)
EN (B)
- Gebruik koperen buizen wanneer mogelijk.
- Bochten in het systeem moeten een zo breed
mogelijk radius hebben.
- Gebruik connectoren met dubbele kegels aan
beide uiteinden van de buis.
- Als de brander in zones met een extreem koud
winterklimaat (temperaturen lager dan - 10°C)
geïnstalleerd wordt, raden we aan om zowel
het reservoir als de leiding te isoleren. Gebruik
de kleinste leidingdiameter van de drie die in
de tabel staan liever niet en doe de leiding de
meest beveiligde loop volgen. De paraffine in
de brandstof begint vast te worden bij tempe-
raturen lager dan 0°C, en de filters en de ver-
stuiver worden vervolgens verstopt.
- Monteer een filter op de aanzuigleidingen met
een doorzichtige plastic filterhouder, indien
mogelijk, zodat de brandstof een regelmatig
doorstroming heeft en de staat van filter snel
kan worden gecontroleerd.
- De terugloopleiding heeft geen aan/uitklep no-
dig, maar als de gebruiker er een wenst aan te
brengen, moet hij een klep met een hendel
kiezen die duidelijk aangeeft wanneer de klep
open- of dichtstaat (als de brander start met
gesloten terugloopleiding, zal de afdichting op
de pompas breken).
- Koperen buizen moeten zodanig ten opzichte
van de brander geïnstalleerd worden dat de
brander helemaal over zijn geleiders kan wor-
den weggeschoven zonder de slangen te rek-
ken of te draaien.
- Als meer dan een brander in dezelfde ruimte
werken, moet elke brander zijn eigen aanzuig-
leiding hebben; de terugloopleiding mag ge-
meenschappelijk zijn, op voorwaarde dat hij
groot genoeg is.
- De aanzuigleiding moet perfect luchtdicht zijn.
Sluit de terugloopleiding van de pomp om de
afdichting te controleren. Monteer een T-kop-
peling op de koppeling van de vacuümmeter.
Monteer op een arm van de T-koppeling een
manometer en breng in de andere arm lucht in
met een druk van 1 bar. Na het inbrengen van
de lucht moet de manometer een constante
druk aangeven.

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave