andere ontvlambare stoffen. Laders kunnen ontvlambare materialen en dampen doen ontbranden.
• Sluit het stroomsnoer van de lader aan op een goed geaard driepolig stopcontact met de spanning
en frequentie die op de lader vermeld staan.
• Gebruik geen adapter om een lader met driepolige stekker aan te sluiten op een tweepolig
stopcontact. Een verkeerde aansluiting van de aarding van de apparatuur kan brand of elektrische
schok veroorzaken.
• Gebruik uitsluitend verlengsnoeren en contactdozen die driepolige stekkers aanvaarden. Het
verlengsnoer moet een uit drie draden bestaand snoer nr. 14 SWG (British Standard Wire Gauge) of
nr. 12 AWG (American Wire Gauge) zijn en dient zo kort mogelijk te zijn. Het gebruik van een
ongeschikt verlengsnoer kan brand of elektrische schok veroorzaken.
• Gebruik geen lader die een harde klap heeft gekregen, is gevallen of op enige andere manier is
beschadigd.
• Duw nooit voorwerpen door de gleuven van de behuizing. Ze kunnen gevaarlijke spanningspunten
raken of kortsluiting veroorzaken die tot brand of elektrische schokken kan leiden.
• Sluit een vaste lader niet op het stopcontact aan als het snoer van de lader, de stekker of het
stopcontact van het voertuig op enige manier beschadigd is of geen goede elektrische verbinding
maakt. Dit zou brand of persoonlijke verwondingen kunnen veroorzaken. Laat onmiddellijk
repareren of vervangen door een bevoegde monteur.
• Trek niet aan het gelijkstroomsnoer van de lader (Figuur 16, pagina 34). De stekker niet draaien,
wrikken of buigen. Om de stekker uit het contact te verwijderen, grijpt u de stekker (niet het snoer)
en trekt u hem langzaam uit het contact (Figuur 15, pagina 34).
• Wanneer de lader aangesloten is, mag u het gelijkstroomsnoer langzaam uit het contact van het
voertuig trekken. Wanneer u aan het snoer rukt of het snel uit het contact trekt, kunt u vonkvorming
en verbranding veroorzaken die de stekker en het contact kunnen beschadigen en de accu's
zouden kunnen doen ontploffen.
• Gebruik geen lader als:
– de stekker te los zit of geen goede verbinding maakt
– de stekker en het stopcontact tijdens het opladen abnormaal warm worden
– de pennen of contacten van de stekker verbogen of roestig zijn
– de stekker, het contact of de snoeren ingesneden of versleten zijn, blote draden tonen of op
enige andere manier beschadigd zijn
• Het gebruik van een lader met een van deze symptomen kan brand, materiële schade en ernstige of
dodelijke verwondingen veroorzaken.
∆
VOORZICHTIG
• De gleuven en openingen achter- en onderaan in de laderbehuizing mogen niet geblokkeerd
of afgedekt worden. Ze zorgen voor ventilatie en beschermen de lader tegen oververhitting.
• Hang geen kleren, dekens of ander materiaal over de lader.
• Zorg dat de lader voldoende geventileerd wordt.
• Schakel alle accessoires van het voertuig uit vóór u de accu's laadt.
• Installeer spanningsbeveiligers op het stroomnet. Ze zullen de elektrische en elektronische
onderdelen van de lader en het voertuig beschermen tegen stroomstoten, met uitzondering van
rechtstreekse of zeer nabije blikseminslagen.
Handleiding voor de eigenaar van een Carryall elektrische transportwagen 2004
Waarschuwing inzake het opladen van de accu
pagina 15