WAARSCHUWINGEN INZAKE DE ACCU
Neem de volgende waarschuwingen in acht wanneer u met accu's werkt. Zie Accu's op pagina 32.
∆
GEVAAR
• Accu – Ontplofbare gassen! Niet roken! Houd vonken en vlammen op veilige afstand van het
voertuig en de onderhoudsruimte. Gereedschap, kabels en metalen voorwerpen kunnen vonken
veroorzaken wanneer ze met een accu kortsluiten. Houdt u bij het hanteren van accu's zorgvuldig
aan alle instructies.
• Giftig! Bevat zuur! Veroorzaakt ernstige brandwonden – vermijd contact met de huid, de ogen of de
kleding. Eerste hulp:
– Uitwendig: Spoel 15 minuten met water. Waarschuw onmiddellijk een arts.
– Inwendig: Drink grote hoeveelheden melk of water gevolgd door magnesiummelk of
plantaardige olie. Waarschuw onmiddellijk een arts.
– Ogen: Spoel 15 minuten met water. Waarschuw onmiddellijk een arts.
∆
WAARSCHUWING
• Draag altijd een veiligheidsbril of een goedgekeurde oogbescherming wanneer u het voertuig
onderhoudt. Draag bij het werken met accu's een volledig gelaatsmasker en rubberhandschoenen.
• Gebruik bij het werken met de accu of de elektrische aansluitingen altijd geïsoleerd gereedschap.
WAARSCHUWING INZAKE HET OPLADEN VAN DE ACCU
Neem de volgende waarschuwingen in acht wanneer u de acculader gebruikt. Zie Acculader op pagina 33.
∆
GEVAAR
• Tijdens het laden geven accu's waterstofgas af. Waterstofgas is ontplofbaar. Indien het voertuig
beschikt over een weerbestendige overdekking, dan moet deze worden losgeritst en terug worden
getrokken terwijl de accu's worden geladen. Op die manier kan zich geen waterstofgas onder de
afdekking verzamelen.
• Laad accu's uitsluitend in een goed geventileerde ruimte. Om een concentratie van explosief gas te
voorkomen, mag de lucht nooit meer dan 2% waterstof bevatten. Het totale luchtvolume in de
ruimte moet vijf keer per uur ververst worden. Ventilatoren moeten op het hoogste punt van de
ruimte worden aangebracht. Neem contact op met een plaatselijke ingenieur in verwarming,
ventilatie en airconditioning.
∆
WAARSCHUWING
• Laat alleen een getrainde monteur de lader onderhouden of repareren. Neem contact op met uw
Club Car-dealer.
• Elke lader moet aangesloten zijn op een aparte eenfasige stroomkring met afzonderlijke
beveiliging (stroomonderbreker of zekering), in overeenstemming met alle plaatselijke
elektriciteitsvoorschriften.
• Zorg ervoor dat alle aansluitingen bij het stopcontact en de zekeringkoppeling schoon zijn en
vastzitten.
• Laat kabels en snoeren die ingesneden, versleten of anderszins beschadigd zijn onmiddellijk
vervangen.
• Stel de lader niet bloot aan regen of ander vocht. Houd de lader droog.
• Gebruik geen in de nabijheid van brandstoffen, graanstof, oplosmiddelen, verdunningsmiddelen of
pagina 14
Handleiding voor de eigenaar van een Carryall elektrische transportwagen 2004
Waarschuwingen inzake de accu