Milieubescherming
13
Milieubescherming
Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch-groep.
Kwaliteit van de producten, rendement en milieubescherming zijn voor
ons gelijkwaardige doelstellingen. Wetten en voorschriften op het ge-
bied van de milieubescherming worden strikt aangehouden.
Ter bescherming van het milieu gebruiken wij, rekening houdend met
bedrijfseconomische gezichtspunten, de best mogelijke techniek en ma-
terialen.
Verpakking
De verpakking is voorzien van landspecifieke instructies voor de afval-
verwijdering, die een optimale recycling moeten waarborgen.
Alle verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en herbruikbaar.
Oude apparaten
Oude apparaten bevatten herbruikbare materialen, die als zodanig moe-
ten worden afgevoerd.
De componenten kunnen eenvoudig van elkaar worden gescheiden,
kunststoffen zijn als zodanig gemarkeerd. Daardoor kunnen de afzon-
derlijke componenten gescheiden, hergebruikt, verbrand of op andere
wijze worden afgevoerd.
14
Inspectie
GEVAAR: Gevaar voor elektrische schokken!
▶ Aansluitingen voor werkzaamheden aan elektrische
componenten altijd spanningsloos schakelen.
OPMERKING: Vervormingen door warmte!
Bij te hoge temperaturen vervormt het isolatiemateriaal
(EPP) in de binnenunit.
▶ Bij soldeerwerkzaamheden in de binnenunit moet
het isolatiemateriaal met vlambestendig materiaal of
vochtige doeken worden beschermd.
Wij adviseren regelmatige werkingscontroles door een erkend installa-
teur.
▶ Gebruik alleen originele onderdelen!
▶ Reserve-onderdelen uit de lijst met reserve-onderdelen bestellen.
▶ Vervang verwijderde afdichtingen en O-ringen door nieuwe onderde-
len.
Bij een inspectie moeten de hierna beschreven werkzaamheden worden
uitgevoerd.
Actieve alarmen weergeven
▶ Alarmprotocol controleren.
Functietest
▶ Werkingscontrole uitvoeren ( pagina 58).
Stroomkabel installeren
▶ Controleer de stroomkabel op beschadiging. Vervang beschadigde
kabel.
EnviLine A/W Split E/B • 6 720 816 445 (2015/06)
Meetwaarden van temperatuursensoren
Binnenunit
Voor temperatuursensoren, die op de binnenunit zijn aangesloten, (T0,
T1, TW1, TC0, TC1) gelden de meetwaarden uit tab. 16, 17 en 18 .
°C
°C
20
12488
40
5331
25
10001
45
4372
30
8060
50
3605
35
6536
55
2989
Tabel 15 Aanvoertemperatuursensor T0, TC0, TC1
°C
°C
20
14772
40
6653
25
11981
45
5523
9786
4608
30
50
8047
3856
35
55
Tabel 16 Warmwatertemperatuursensor TW1
°C
°C
T...
–40
154300
5
–35
111700
10
–30
81700
15
–25
60400
20
–20
45100
25
–15
33950
30
–10
25800
35
–5
19770
40
0
15280
45
Tabel 17 Buitentemperatuursensor T1
14.1
Vuilfilter
Het filter voorkomt, dat deeltjes en verontreinigingen in de condensor/
warmtewisselaar terecht komen. Na verloop van tijd kan het filter ver-
stopt raken en moet dan worden gereinigd.
Filterreiniging
▶ Ventiel sluiten (1).
▶ Kap (met de hand) afschroeven (2).
▶ Filter uitnemen en onder stromend water of met perslucht reinigen.
▶ Filter weer monteren. Let erop voor een juiste montage, dat de gelei-
dingen in de uitsparingen op het ventiel passen (3).
13
°C
°C
60
2490
80
1256
65
2084
85
1070
70
1753
90
915
75
1480
–
–
°C
°C
60
3243
80
1704
65
2744
85
1464
2332
1262
70
90
1990
–
–
75
°C
T...
T...
11900
50
1696
9330
55
1405
7370
60
1170
5870
65
980
4700
70
824
3790
75
696
3070
80
590
2510
85
503
2055
90
430
59