Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functietest; Bedrijfsdruk Van De Cv-Installatie Instellen; Drukbewaking En Oververhittingsbeveiliging; Bedrijfstemperaturen - Nefit EnviLine A/W IDU Split 2-6 E/B Installatie-Instructie

Lucht-water split warmtepomp
Inhoudsopgave

Advertenties

12

Functietest

12
Functietest
▶ Neem de installatie in bedrijf conform de handleiding van de bedie-
ningseenheid HMC300.
▶ Ontlucht de installatie conform hoofdstuk 11.
▶ Actieve componenten van de installatie conform de handleiding van
de bedieningseenheid HMC300 testen.
▶ Controleer of aan de startvoorwaarde voor de buitenunit is voldaan.
▶ Controleer of een verwarmings- of warmwatervraag aanwezig is.
-of-
▶ Warm water aftappen of de stooklijn verhogen, om een vraag te gene-
reren (eventueel de instelling voor CV-bedrijf af bij hogere buiten-
temperatuur veranderen).
▶ Controleer, of de buitenunit start.
▶ Waarborg, dat geen actuele alarmen aanwezig zijn (handleiding van
de bedieningseenheid HMC300).
-of-
▶ Storingen conform de handleiding van de bedieningseenheid
HMC300 oplossen.
▶ Bedrijfstemperaturen conform de handleiding van de bedienings-
eenheid HMC300 controleren.
12.1

Bedrijfsdruk van de cv-installatie instellen

OPMERKING: Schade aan het toestel door koud water!
Bij het bijvullen van cv-water kunnen spanningsscheuren
in het hete toestelblok ontstaan.
▶ Vul cv-water alleen bij als het toestel koud is.
Aanwijzing op manometer
1 bar
Minimale vuldruk (bij koude installatie)
2,5 bar
Maximale vuldruk bij maximale temperatuur van het
cv-water: mag niet overschreden worden (het over-
stortventiel wordt geopend).
Tabel 14 Bedrijfsdruk
▶ Voor zover niet anders opgegeven, tot 1,5–2 bar vullen.
▶ Wanneer de druk niet constant blijft, controleren of de cv-installatie
lekdicht is en de inhoud van het expansievat voldoende is voor de cv-
installatie.
12.2

Drukbewaking en oververhittingsbeveiliging

Drukbewaking en oververhittingsbeveiliging zijn alleen
in binnenunits met geïntegreerde elektrische bijverwar-
ming aanwezig.
Drukbewaking en oververhittingsbeveiliging zijn in serie geschakeld. Op
de bedieningseenheid HMC300 gegeven alarmen of informatie wijzen
dus op een te lage installatiedruk of een te hoge temperatuur van de elek-
trische bijverwarming.
OPMERKING: Materiële schade door drooglopen!
Wanneer de cv-pomp PC0 gedurende langere tijd bij een
te lage installatiedruk wordt gebruikt, kan deze bescha-
digd raken.
▶ Eventuele lekkages in de installatie bij het activeren
van de drukbewaking oplossen.
Het activeren van de drukbewaking blokkeert alleen de
elektrische bijverwarming. De circulatiepomp PC0 en de
buitenunit kunnen bij vorstgevaar verder werken.
58
Drukbewaking
De binnenunit heeft een drukbewaking, die wordt geactiveerd, zodra de
druk in de cv-installatie tot onder 0,5 bar afneemt. Zodra de druk lager
wordt dan 0,5 bar, wordt de drukbewaking automatisch gereset.
▶ Waarborg, dat het expansievat en het overstortventiel voor de gespe-
cificeerde installatiedruk zijn gedimensioneerd, en controleer, of in
de installatie een extra expansievat nodig is.
▶ Controleer de installatie op eventuele lekkage, eventueel is een gro-
ter expansievat nodig.
▶ De druk in de cv-installatie langzaam door vullen van water via het vul-
ventiel verhogen.
Oververhittingsbeveiliging
De oververhittingsbeveiliging wordt geactiveerd, wanneer de tempera-
tuur van de elektrische bijverwarming hoger wordt dan 95 °C.
▶ Controleer de installatiedruk.
▶ CV- en warmwaterinstellingen controleren.
▶ Oververhittingsbeveiliging resetten. Daarvoor de toets aan de onder-
kant van de aansluitkast indrukken ( [2], afb. 34).
12.3

Bedrijfstemperaturen

Controleer de bedrijfstemperaturen tijdens cv-bedrijf
(niet in warmwater- of koelbedrijf).
Voor optimaal installatiebedrijf moet het debiet over de binnenunit en de
cv-installatie worden gecontroleerd. Voer de controle uit na 10 minuten
warmtepompbedrijf bij hoog compressorvermogen.
Het temperatuurverschil over de binnenunit moet voor de verschillende
cv-installaties worden ingesteld ( handleiding bedieningseenheid
HMC300):
▶ Bij vloerverwarming 5 K als temperatuurverschil verwarmen instel-
len.
▶ Bij radiatoren 8 K als temperatuurverschil verwarmen instellen.
Deze instellingen zijn voor de buitenunit optimaal.
Controleer het temperatuurverschil bij hoog compressorvermogen:
▶ Diagnosemenu openen.
▶ Monitorwaarden kiezen.
▶ Buitenunit kiezen.
▶ Temperaturen kiezen.
▶ Aanvoertemperatuur primair (warmtedrager uit, sensor TC3) en re-
tourtemperatuur (warmtedrager in, sensor TC0) in cv-bedrijf afle-
zen. De aanvoertemperatuur moet hoger zijn dan de
retourtemperatuur.
▶ Verschil TC3 – TC0 berekenen.
▶ Controleer, of het verschil overeenkomt met de voor cv-bedrijf inge-
stelde delta-waarde.
Bij te hoog temperatuurverschil:
▶ Ontlucht de cv-installatie.
▶ Filters reinigen.
▶ Leidingafmetingen controleren.
EnviLine A/W Split E/B • 6 720 816 445 (2015/06)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Enviline a/w idu split 8-15 e/b

Inhoudsopgave