Installatie ontluchten
M
VW2
Afb. 54 Binnenunit met geïntegreerd elektrisch verwarmingselement en cv-systeem
[Z1] Verwarmingssysteem
[1]
Buitenunit
[2]
Handmatig ontluchtingsventiel
[PC0] CV-pomp
[VC2] Aftapkraan
[VC3] Ventielen naar cv-installatie
[VL1] Automatische ontluchter
[GC1]Manometer
[SC1] Vuilfilter
[VW2]Vulventiel
Zie afb. 54:
1. Sluit de voedingsspanning voor de buitenunit en binnenunit aan.
2. "Alleen bijverwarming" activeren en waarborgen, dat de circulatie-
pomp PC1 draait.
3. Trek de PWM-stekker PC0 van de circulatiepomp PC0 los, zodat deze
met het maximale toerental kan werken.
4. Functie "alleen bijverwarming" uitschakelen, wanneer geen lucht
meer uit VL1 of het handmatige ontluchtingsventiel boven op de elek-
trische verwarming komt. Handmatig ontluchtingsventiel sluiten.
5. PWM-stekker PC0 op de circulatiepomp aansluiten.
6. Deeltjesfilter SC1 reinigen.
7. Controleer de druk op de manometer GC1 en, indien nodig, bijvullen
via het vulventiel VW2. De druk moet 0,3–0,7 bar boven de in het ex-
pansievat vastgelegde druk liggen.
8. Controleer, of de buitenunit draait en geen alarmen worden gegeven.
9. Tevens via de andere beluchtingsventielen het cv-systeem ontluch-
ten (bijvoorbeeld radiatoren).
EnviLine A/W Split E/B • 6 720 816 445 (2015/06)
2
VL1
VC3
GC1
PC0
SC1
VC2
1
11
Z1
6 720 814 464-11.2I
57