Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie van de binnenunit met geïntegreerde elektrische bijverwarming (IDU Split E)
10.6
Smart Grid
De buitenunits zijn Smart Grid Ready. De EVU-uitschakeling is een deel
van deze functionaliteit.
Met de EVU-uitschakeling kan het energiebedrijf de buitenunit uitscha-
kelen. De Smart-Grid-functie breidt de ingrijpmogelijkheden van het
energiebedrijf uit doordat deze de buitenunit op bepaalde tijden een
startcommando kan geven, bijvoorbeeld wanneer voordelige stroom be-
schikbaar is.
Naast de aansluiting voor de EVU-uitschakeling is een tweede aansluiting
van de meterkast naar de buitenunit nodig, om de Smart-Grid-functiona-
liteit te gebruiken.
Opmerking: neem contact op met uw energiebedrijf voor het mogelijke
gebruik van de Smart-Grid-functie.
De Smart-Grid-functionaliteit is automatisch ingeschakeld, wanneer de
externe ingang 1 voor de EVU-uitschakeling is geconfigureerd.
De cv-installatie moet een buffervat en uitsluitend gemengde cv-circuits
bevatten, zodat een startcommando van kracht kan worden.
De buitenunit werkt afhankelijk van de signalen, die het energiebedrijf
via de twee Smart-Grid-verbindingskabels overdraagt.
• Deze wordt uitgeschakeld conform de EVU-uitschakeling 1/2/3.
• Deze werkt normaal conform de warmtevraag uit het verwarmingssy-
steem.
• Of ontvangt een startcommando, om het buffervat te laden. Een la-
ding kan echter alleen plaatsvinden, wanneer de temperatuur in het
buffervat onder de maximale tempratuur ligt. Anders blijft de buiten-
unit uitgeschakeld.
10.7
Fotovoltaica
Omdat er slechts twee ingangen voor EVU en PV zijn,
kunnen deze niet tegelijkertijd worden gebruikt.
PV-aansluiting op externe ingang 1 of 4.
De buitenunit is in staat een stuursignaal van de PV-installatie te verwer-
ken.
Wanner de PV-installatie voldoende stroom voor het bedrijf van de bui-
tenunit levert, kan deze dit aan de buitenunit mededelen via een start-
commando over de stuurkabel. De stuurkabel moet op een van de
beschikbare externe aansluitingen zijn aangesloten. De gekozen externe
aansluiting moet op de bedieningseenheid HMC300 voor de PV-functie
worden geconfigureerd.
Het verwarmingssysteem moet een buffervat en uitsluitend gemengde
cv-circuits bevatten, zodat een startcommando van kracht kan worden.
Het startcommando activeert het laden van het buffervat tot de maxima-
le temperatuur die door de buitenunit kan worden bereikt. Een lading
kan echter alleen plaatsvinden, wanneer de temperatuur in het buffervat
onder de maximale tempratuur ligt. Anders blijft de buitenunit uitge-
schakeld.
EnviLine A/W Split E/B • 6 720 816 445 (2015/06)
10
55
Advertenties
Inhoudsopgave
