Functies die bij opname niet tegelijk kunnen
worden gebruikt
Bepaalde instellingen kunnen niet worden gebruikt met andere menu-instellingen.
Beperkte functie
Flitsstand
Zelfontspanner
Macro-stand
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
Opnamefuncties
Functies die bij opname niet tegelijk kunnen worden gebruikt
Instelling
Continu (A131)
Knipperdetectie (A139)
Onderwaterflitser
(A169)
AF-veldstand (A134)
AF-veldstand (A134)
Continu (A131)
Kleurtoon (met de
creatieve instelknop)
(A47)
Zelfontspanner (A52)
Continu (A131)
Beschrijving
Wanneer een andere instelling dan
Enkelvoudig is geselecteerd, kan de flitser
niet worden gebruikt.
Wanneer Knipperdetectie is ingesteld op
Aan, kan de flitser niet worden gebruikt.
Wanneer Onderwaterflitser is ingesteld op
Aan, kan Autom. met rode-ogenred. niet
worden geselecteerd. Als Autom. met
rode-ogenred. voordien werd
geselecteerd, verandert de instelling in
Automatisch.
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan de zelfontspanner niet
worden gebruikt.
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan de macro-stand niet
worden gebruikt.
Beeldmodus is als volgt ingesteld,
afhankelijk van de instelling voor
continu-opnamen:
Vooropnamecache: M (beeldformaat:
1280 × 960 pixels).
Continu H: 120 bps: O (beeldformaat:
640 × 480 pixels)
Continu H: 60 bps: M (beeldformaat:
1280 × 960 pixels)
Als de tint wordt aangepast bij gebruik van
de creatieve instelknop, kan Witbalans niet
worden ingesteld in het opnamemenu. Als u
Witbalans wilt instellen, selecteert u P op
het scherm voor het instellen van de
creatieve instelknop om de helderheid,
levendigheid, tint en Actieve D-Lighting
opnieuw in te stellen.
Als de zelfontspanner wordt gebruikt, wordt
een enkele opname gemaakt, zelfs als
Vooropnamecache is ingesteld.
Wanneer Vooropnamecache, Continu H:
120 bps, of Continu H: 60 bps is
geselecteerd, is ISO-waarde vast ingesteld
op Automatisch.
64