2
Gebruik JK om een item te selecteren.
F Kleurtoon: hiermee kunt u de tint (rood/blauw)
van het volledige beeld aanpassen.
G Levendigheid: hiermee kunt u de levendigheid
van het volledige beeld aanpassen.
o Helderheid (Bel. +/-): hiermee kunt u de
helderheid van het volledige beeld aanpassen.
J Actieve D-Lighting: Verminder het verlies van
details in hoge lichten en schaduw. Selecteer
w (Hoog), x (Normaal), y (Laag) voor de sterkte van het effect.
3
Gebruik HI om het niveau aan te
passen.
U kunt de resultaten bekijken op het scherm.
Om een ander item in te stellen, keert u terug naar stap 2.
Selecteer y Sluiten om de schuifknop te verbergen.
Selecteer P Herstel en druk op de k-knop om alle
instellingen te annuleren. Keer terug naar stap 2 en pas
de instellingen opnieuw aan.
4
Druk op de k-knop als de instelling voltooid is.
De instellingen worden toegepast en de camera keert terug naar het opnamescherm.
C
Instellingen van de creatieve instelknop
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A64).
De instellingen voor helderheid (belichtingscorrectie), levendigheid, tint en Actieve D-Lighting
blijven opgeslagen in het geheugen van de camera ook nadat de camera is uitgeschakeld.
Zie "Het histogram gebruiken" (A55) voor meer informatie.
C
Actieve D-Lighting of D-Lighting
De optie Actieve D-Lighting in het opnamemenu legt beelden vast met minder verlies van
detail in hoge tinten en past de toon aan bij het opslaan van de beelden.
De optie D-Lighting (A74) in het weergavemenu past de toon aan van opgeslagen beelden.
Opnamefuncties
A (auto)-stand
Histogram
48
Helderheid (Bel. +/-)
+
2.0
+
0.3
- 2.0
Schuifknop
Helderheid (Bel. +/-)
+
2.0
+
0.3
- 2.0