AF met doelopsporing gebruiken
Wanneer AF-veldstand (A134) in de stand A (auto) is ingesteld op AF met
doelopsporing, stelt de camera scherp op de hierna beschreven wijze wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
De camera detecteert het hoofdonderwerp en stelt
hierop scherp. Zodra het onderwerp scherp is, wordt
het scherpstelveld in groen weergegeven. Als een
menselijk gezicht wordt gedetecteerd, stelt de camera
hierop automatisch de scherpstelprioriteit in.
Wanneer geen hoofdonderwerp wordt gedetecteerd,
selecteert de camera automatisch een of meer van de
negen scherpstelvelden met het onderwerp dat zich
het dichtst bij de camera bevindt. Wanneer het
onderwerp scherp is, worden de scherpstelvelden die
scherp zijn in groen weergegeven.
B
Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat de camera als
hoofdonderwerp bepaalt, variëren.
Het hoofdonderwerp kan bij bepaalde instellingen voor de Witbalans mogelijk niet worden
gedetecteerd.
De camera kan in de volgende situaties het hoofdonderwerp mogelijk niet detecteren:
- Wanneer het onderwerp zeer donker of helder is
- Wanneer het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Als de opname zodanig is gekadreerd dat het onderwerp zich aan de rand van het scherm
bevindt
- Wanneer het hoofdonderwerp bestaat uit een terugkerend patroon
Opnamefuncties
Scherpstellen
59
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
F 2.8
F 2.8
Scherpstelvelden
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
F 2.8
F 2.8
Scherpstelvelden