De monitor
De informatie die wordt weergegeven op het opname- of weergavescherm verandert
afhankelijk van de instellingen en gebruiksstatus van de camera.
Standaard wordt informatie weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld en
wanneer u de camera bedient; de informatie verdwijnt na enkele seconden (wanneer
Foto-informatie is ingesteld op Automatische info in Monitorinstellingen (A164)).
Bij het maken van opnamen
2
1
20
19
18
17
1
Opnamestand ......26, 28, 30, 40, 42, 47, 88
2
Flitsstand................................................................. 50
3
Macro-stand .........................................................54
4
Zoomaanduiding ...................................... 54, 56
5
Scherpstelaanduiding ....................................19
Filmopties (films met normale snelheid)
6
................................................................................... 140
7
Filmopties (HS-films) .................................... 141
8
Beeldmodus ...................................................... 127
9
Eenvoudig panorama.....................................37
10
Pictogram vibratiereductie ............146, 167
Onderdelen van de camera
De monitor
3
5
AF AF
4
10 10
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
F 2.8
F 2.8
16
15
14
2 9 m 0 s
2 9 m 0 s
12
9 9 9
9 9 9
13
11
LED-lamp aan.......................................................20
12
Windruisreductie.............................................147
13
Onderwaterflitser............................................169
14
F-waarde .................................................................57
15
Sluitertijd.................................................................57
16
Pictogram Reisbestemming ....................162
17
Aanduiding batterijniveau...........................19
18
Aansluitaanduiding lichtnetlaadadapter
19
Datumstempel .................................................166
20
Aanduiding "Datum niet ingesteld"....193
4
6
7
8
9
10
11