2
Selecteer of de belichting (helderheid) al
dan niet moet worden vastgezet, en druk
op de k-knop (behalve R en S).
Als AE-L aan is geselecteerd, wordt de belichting die
wordt gebruikt voor de eerste foto gebruikt voor alle
foto's. Als de helderheid drastisch verandert,
bijvoorbeeld in de schemering, wordt AE-L uit
aanbevolen.
3
Stabiliseer de camera met een hulpmiddel zoals een statief.
4
Druk op de ontspanknop om het eerste
beeld vast te leggen.
Stel de belichtingscorrectie (A55) in voor u de sluiter
ontspant voor het eerste beeld. De
belichtingscorrectie kan niet worden gewijzigd nadat
het eerste beeld werd vastgelegd. De scherpstelling en
de tint worden vastgezet wanneer het eerste beeld
wordt gemaakt.
De sluiter wordt automatisch ontspannen voor het
tweede en volgende beelden.
Het scherm kan worden uitgeschakeld terwijl de camera geen beelden vastlegt.
De opname eindigt automatisch wanneer 300 of 250 opnamen zijn gemaakt.
Druk op de k-knop om de opname te beëindigen voordat de vereiste opnametijd
verstreken is en maak een time-lapse-film.
Geluid en foto's kunnen niet worden opgeslagen.
B
Opmerkingen over intervalfilms (time-laps-films)
De camera kan geen beelden vastleggen als er geen geheugenkaart geplaatst is. Vervang de
geheugenkaart niet zolang de opname niet voltooid is.
Gebruik een accu met voldoende lading om te voorkomen dat de camera onverwacht wordt
uitgeschakeld.
Time-lapse-films kunnen niet worden opgenomen door op de b (e filmopname)-knop te
drukken.
Vibratiereductie wordt uitgeschakeld ongeacht de instelling voor Foto VR (A167) in het
setup-menu.
Films
Intervalfilms (time-lapse-films) opnemen
86
AE-L uit
40
2 5 m 0 s
2 5 m 0 s
30
20
10
0
1 5 m
1 5 m
1 0 1 0 h P a
1 0 1 0 h P a
-10
2 5 m 0 s
2 5 m 0 s
5 0 0
5 0 0