Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

DP Hydro-Unit Utility Line F Montagevoorschrift pagina 42

Inhoudsopgave

Advertenties

Parameter
Betekenis
3-5-13
Niveau Gebruiker. Alarm min. druk. Met deze parameter wordt vastgelegd bij welke minimale druk een
waarschuwing moet worden uitgegeven.
3-5-14
Niveau Service. Actie bij max. druk. Met deze parameter wordt vastgelegd hoe de besturing zich gedraagt bij
het bereiken van de onder 3-5-13 ingestelde druk. Selecteerbaar zijn "Alle pompen uitschakelen" of "Alleen
melden"
3-5-15
Niveau Service. Min. druk droogloop. Alleen selecteerbaar als de druksensor als droogloopbeveiliging is
geselecteerd. Met deze parameter wordt vastgelegd bij welke druk watergebrek moet worden gesignaleerd.
3-5-16
Niveau Service. Reset droogloopbeveiliging. Alleen selecteerbaar als de druksensor als droogloopbeveiliging is
geselecteerd. Met deze parameter wordt vastgelegd bij welke druk er geen sprake meer is van watergebrek.
3-5-17
Niveau Service. Druk stromingsbew. Alleen selecteerbaar als stromingsbewaking als droogloopbeveiliging is
geselecteerd. Er is sprake van gebrek aan water als de stromingssensor een doorstroom ter grootte van 0
herkent en de druk aan perszijde daalt tot onder de ingestelde waarde, na aftrek van de hier ingevoerde
waarde.
3-6
Tijdinstellingen
Alle parameters in niveau Service wijzigbaar.
3-6-1
Aant. Pompstarts. Toegestaan aantal pompstarts per uur.
3-6-2
Minimale looptijd. Tijd gedurende welke de pomp minimaal in bedrijf is, ook wanneer de tijd tussen het start- en
stopcommando korter is.
3-6-3
Corr. Minimale looptijd. Waarde waarmee de minimale looptijd wordt verhoogd wanneer het aantal pompstarts
wordt overschreden.
3-6-4
Max. pomplooptijd. Tijd waarna in ieder geval een pompwissel wordt uitgevoerd.
3-6-5
Startvertraging. Tijd tussen het startcommando en het inschakelen van een pomp.
3-6-6
Uitschakelvertraging. Tijd tussen het stopcommando en het uitschakelen van een pomp.
3-6-8
Uitschakelvertr. TL. Tijd tussen het optreden van watergebrek en het uitschakelen van de pompen.
3-6-9
Tijdvertr. alarmen. Tijd tussen het optreden van een storing/fout en de weergave van een waarschuwing/alarm.
3-7
Tijd/datum
Alle parameters behalve 3-7-7 en 3-7-11 op niveau Gebruiker wijzigbaar.
3-7-1
Datum
3-7-2
Tijd
3-7-3
Gedwongen start. Met deze parameter kan worden ingesteld dat de drukverhogingsinstallatie geen testbedrijf
uitvoert (keuze UIT) of dat de installatie volgens een bepaald interval (keuze Interval), iedere dag op een
bepaald tijdstip (dagelijks) of op een bepaalde dag van de week op een bepaald tijdstip (wekelijks) een
testbedrijf uitvoert.
3-7-4
Gedwongen start interv. Alleen selecteerbaar wanneer onder 3-7-3 Interval is geselecteerd. Invoer van het
interval in seconden.
3-7-5
Gedwongen start dagelijks. Alleen selecteerbaar wanneer onder 3-7-3 Interval is geselecteerd. Invoer van uur
en minuten.
3-7-6
Gedwongen start wekelijks Alleen selecteerbaar wanneer onder 3-7-3 Wekelijks is geselecteerd. Invoer van uur
en minuten en weekdag.
3-7-7
Duur gedwongen start. Tijdsduur gedurende welke iedere pomp in testbedrijf in werking zal zijn.
3-7-8
Alternatief setpoint
3-7-8-1
Aanpassing setpoint. Met deze parameter kan geen alternatieve instelwaarde (keuze UIT) worden ingesteld of
worden ingesteld dat iedere dag op een bepaald tijdstip (dagelijks) of op een bepaalde dag van de week op een
bepaald tijdstip (wekelijks) een alternatieve instelwaarde wordt ingesteld
3-7-8-2
Alt. Instelw. aan/uit. Alleen selecteerbaar wanneer onder 3-7-8-1 Wekelijks is geselecteerd. Invoer van uren en
42 / 64
minuten voor het in- en uitschakelen van de alternatieve instelwaarde.
3-7-8-3
Alt. Instelw. Dag Aan. Alleen selecteerbaar wanneer onder 3-7-8-1 Dagelijks is geselecteerd. Invoer van de
weekdag.
3-7-8-4
Alt. Instelw. aan/uit Alleen selecteerbaar wanneer onder 3-7-8-1 Dagelijks is geselecteerd. Invoer van uren en
minuten voor het in- en uitschakelen van de alternatieve instelwaarde.
3-7-9
Alt. Alt. vulpeil. datum Aan. Vanaf deze maand is het onder 3-4-1-4 Configuratie voorreservoir genoemde
alternatieve niveau actief.
3-7-10
Alt. vulpeil. datum Uit. Vanaf deze maand is het onder 3-4-1-4 Configuratie voorreservoir genoemde
alternatieve niveau niet meer actief.
3-7-11
Onderhoudsinterval. Invoer van het aantal bedrijfsuren waarna onderhoud moet worden uitgevoerd.
3-10
Hoofdmenu
Niveau Gebruiker. Hier kan worden ingesteld welke informatie in het hoofdmenu wordt weergegeven.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hydro-unit utility line vcHydro-unit utility line svp

Inhoudsopgave