12) Controleer de flowsnelheid en de watertemperatuur in het onderdeel
Systeemstatus op het therapiescherm Hypothermie. Controleer
of de watertemperatuur daalt naar 6 °C.
13) Druk op de knop Stop om Handmatige Bediening te stoppen.
14) Druk op de knop Annuleren om het venster Handmatige Bediening
te sluiten.
15) Zet de controlemodule uit.
Hoofdstuk 2 − Onderdelen
Hydraulische onderdelen
Vloeistofafgifteleiding − herbruikbaar slangetje met twee lumina
dat de controlemodule verbindt met de ArcticGel
Pompen
Circulatiepomp − pompt water uit de circulatietank door
de ArcticGel
Pads.
™
Mengpomp − verplaatst koud water van de koeltank naar
de circulatietank.
Koelpomp − circuleert continu het water van de koeltank door
de verdamper van de koeler.
Tanks
Circulatietank − bevat temperatuurgereguleerd water voor
de ArcticGel
Pads.
™
Koeltank − bevat water dat op ongeveer 4 °C wordt gehouden.
Voorraadtank − bevat water dat wordt gebruikt om de circulatietank
bij te vullen na het vullen van de ArcticGel
Sensoren
Uitgang bewakingstemperatuur - T1 − bevindt zich in de
circulatietank. Wordt gebruikt om de temperatuur van het water
voor de ArcticGel
Pads te controleren.
™
Uitgang regeltemperatuur - T2 − bevindt zich in de circulatietank.
Wordt gebruikt om de temperatuur van het water voor de
ArcticGel
Pads te regelen.
™
CIRCULATIE-
CIRCUIT
AFVOER-
KLEPPEN
LUCHTSTROOM
Pads.
™
Pads.
™
KOELTANK
CIRCULATIETANK
T4
T1
FLOWMETER
KOELPOMP
MENGPOMP
CIRCULATIEPOMP
VERDAMPER
KOELER
LUCHTSTROOM
Afb. 2-1 Het hydraulische schema
Ingangstemperatuur - T3 − bevindt zich in het ingangs-/
uitgangsverdeelstuk. Controleert de temperatuur van het water
dat uit de ArcticGel
Koelertemperatuur - T4 − bevindt zich in de koeltank. Wordt
gebruikt om de temperatuur van het water in de koeltank te regelen.
Druksensor − bevindt zich in het ingangs-/uitgangsverdeelstuk.
Wordt gebruikt om een constante negatieve druk binnen
de ArcticGel
de circulatiepomp te regelen.
Flowsensor − bevindt zich bij de uitgang van de circulatiepomp.
Bewaakt de flowsnelheid in het circulatiecircuit.
Kleppen
Conditioneringsklep − bevindt zich in het ingangs-/uitgangs-
verdeelstuk. Wanneer deze klep is geopend, kan het water intern
circuleren bij het voorvullen of voorconditioneren.
Vulklep − bevindt zich in het ingangs-/uitgangsverdeelstuk. Wanneer
deze klep is geopend, kan de circulatiepomp water aanzuigen in het
systeem.
Ontluchtingsventiel − bevindt zich in het ingangs-/uitgangs-
verdeelstuk. Wanneer dit ventiel wordt geopend, kan lucht naar de
ArcticGel
™
naar de voorraadtank worden teruggeleid.
Verwarming − bevindt zich in de circulatietank. Het verwarmings-
element bestaat uit 4 verwarmingsstaven. Het verwarmings element
in elke staaf is in serie geschakeld met een niet-resetbare thermische
zekering, die elke staaf beschermt tegen te hoog oplopen van
de temperatuur.
Ingangs-/uitgangsverdeelstuk − wordt aangesloten op de
vloeistoftoevoerlijn en de vulbuis. Bevat de kleppen, de ingangs-
temperatuursensor en de druksensor.
Koeler − een koeleenheid die de verdamper continu koelt.
TOEVOERTANK
T2
VERWARMING
CIRCULATIECIRCUIT
ARCTIGEL™
PAD
Pads komt.
™
Pads te handhaven door de snelheid van
™
Pads worden aangevoerd en kan het verplaatste water
INGANGS-/UITGANGS-
VERDEELSTUK
ATMOSFEER
VV
VENTILATIE-
OPENING
BV
FV
VULLIJN
OMLOOPLIJN
T3
P1
KLEP
KLEP
TOETS
VV Ontluchtingsklep
BV Omloopklep
FV Vulklep
P1 Druksensor
T1 Monitoruitgangstemperatuur
T2 Controleuitgangstemperatuur
T3 Ingangstemperatuur
T4 Koelertemperatuur
N E D E R L A N D S
FLUID
VLOEISTOF-
DELIVEY
TOEVOERLIJN
LINE
5