Afb. 8-13 Kast gescheiden van interne onderdelen
8.5 Circuitkaarten uit de kaartbehuizing
verwijderen/vervangen
Om toegang te krijgen tot de kaarten in de kaartbehuizing, verwijdert u
het achterpaneel en de kast zoals aangegeven in de stappen 8.3 en 8.4.
Let op: Neem de procedures voor elektrostatische ontlading in acht
bij het hanteren van circuitkaarten.
A) Ingang-/uitgangscircuitkaart
Gereedschap en benodigdheden:
• draadtang
• 1/16" inbussleutel
• bladschroevendraaier
1. Maak elk van de acht kabels die met de kaart zijn verbonden
voorzichtig los, en maak daarbij elk vergrendellipje los voordat u
eraan trekt. Deze aansluitingen worden geïllustreerd in afb. 8-15.
2. Knip de kabelbinders indien nodig door met een draadtang.
3. Controleer bij het opnieuw aansluiten van de aansluitingen na
reparatie de etiketten op de stekkers J6 en J4 om te controleren
of u de juiste aansluitingen gebruikt.
4. Verwijder de inbusschroef rechts van de frontplaat van de
I/O-circuitkaart.
5. Schuif een schroevendraaier onder de I/O-circuitkaart en wrik deze
voorzichtig los.
6. Trek de circuitkaart voorzichtig naar buiten om deze los te maken
uit de sleuven.
7. Let er bij het vervangen van de circuitkaart op dat de kaart in de
bevestigingsgroeven aan weerszijden van de kaartbehuizing past.
8. Voer na het vervangen van de I/O-kaart een kalibratie uit
(zie hoofdstuk 9).
24
Afb. 8-14 Koppel de aansluitingen van de I/O-kaart los (stap 1)
J5 Stroom
koeler
J8 Niveau-
sensor
J9
Verdeelstuk-
bundel
J7 Ventilator
kaart-
behuizing
J6 Circulatiepomp
Afb. 8-15 Aansluitingen I/O-circuitkaart
B) Isolatiecircuitkaart
Gereedschap en benodigdheden:
• kruiskopschroevendraaier
• 1/16" inbussleutel
• bladschroevendraaier
1. Verwijder de inbusschroef rechts van de frontplaat van de isolatie-
circuitkaart.
2. Schuif een schroevendraaier onder de isolatiecircuitkaart en wrik
deze voorzichtig los.
3. Schuif de circuitkaart voorzichtig uit de kaartbehuizing totdat de
kaart ongeveer drie centimeter uitsteekt, zodat u de kabel blootlegt
die deze kaart met de bovenkant van de kaartbehuizing verbindt.
4. Verwijder de schroeven van de kabel die deze kaart met de
bovenkant van de kaartbehuizing verbindt.
5. Trek de circuitkaart voorzichtig naar buiten om deze los te maken
uit de groeven.
6. Let er bij het vervangen van de circuitkaart op dat de kaart in de
bevestigingssleuven aan weerszijden van de kaartbehuizing past.
7. Voer na het vervangen van de isolatiecircuitkaart een kalibratie
uit (zie hoofdstuk 9).
S E R V I C E H A N D L E I D I N G
J10
Temperatuur-
sensoren T1,
T2, T3
J2 Flowmeter
J4 Mengpomp