Inhoudsopgave
Advertenties
Lijst met alarmen en waarschuwingen
De volgende tabel bevat een opsomming van de alarmen en waarschuwingen die een gebruiker te zien
kan krijgen bij gebruik van het Arctic Sun
op een waarschuwing, rood duidt op een alarm.
Alarm/
Weergegeven bericht
Waarschuwing
01
Patiëntlijn open
02
Lage flow
03
Waterreservoir bijna leeg
04
Waterreservoir onder minimum
05
Waterreservoir leeg
07
Pads legen niet voltooid
08
Patiënttemperatuur 1 hoog
09
Waarde Patiënttemperatuur 1 boven
waarschuwingsinstelling voor hoge
patiënttemperatuur
10
Patiënttemperatuur 1 laag
11
Waarde Patiënttemperatuur 1 onder
waarschuwingsinstelling voor lage
patiënttemperatuur
12
Patiënttemperatuur 1 hoog
13
Patiënttemperatuur 1 laag
10
Temperatuurbeheersysteem. Geel gemarkeerde tekst duidt
™
Probleem
Het systeem detecteert dat de vloeistoftoevoerlijn of patiëntlijn openstaat voor
lucht of dat er een aanzienlijke hoeveelheid lucht in de lijn zit.
De vloeistofpomp werkt met de verwachte snelheid, maar de flowsnelheid
is minder dan 1 liter per minuut en de vloeistofdruk is minder dan -6 psi.
De flowsnelheid is minder dan 50% van de maximale flowsnelheid gemeten
sinds de laatste keer dat de stroom is ingeschakeld of de pads zijn geleegd,
of de flowsnelheid is minder dan 300 ml/minuut.
Bij het inschakelen van de stroom of aan het einde van de cyclus "Pads legen"
of "Reservoir vullen" detecteren de vloeistofniveausensoren van het systeem dat
het waterreservoir bijna leeg is. Er zit net voldoende water in het reservoir voor
therapie aan één patiënt.
Aan het einde van de cyclus "Pads legen" detecteren de vloeistofniveausensoren
van het systeem dat het waterreservoir leeg is of dat er minder water in zit dan
nodig is om het systeem te laten werken.
Bij het inschakelen of aan het einde van de cyclus "Pads legen" detecteren de
vloeistofniveausensoren van het systeem dat het waterreservoir leeg is of dat
er minder water in zit dan nodig is om het systeem te laten werken.
Aan het eind van de Pads legen-cyclus werd nog een aanzienlijke hoeveelheid
water uit de pads teruggevoerd.
De waarde voor Patiënttemperatuur 1 is hoger dan 39,5 °C (103,1 °F), de water-
temperatuur is hoger dan 39,5 °C (103,1 °F), en het systeem gaat door met het
verwarmen van de patiënt wanneer het systeem in een patiëntregelmodus staat
(zoals Controle Patiënt, Afkoelen Patiënt of Opwarmen Patiënt).
Bij therapie met normothermie: De waarde voor Patiënttemperatuur 1 is
hoger dan de waarschuwingsinstelling voor hoge patiënttemperatuur in
Normothermie.
Bij therapie met hypothermie: De waarde voor Patiënttemperatuur 1 is hoger
dan de waarschuwingsinstelling voor hoge patiënttemperatuur in Hypothermie.
De waarde voor Patiënttemperatuur 1 is lager dan 31 °C (87,8 °F), de
watertemperatuur is lager dan 31 °C (87,8 °F) en het systeem gaat door met
het koelen van de patiënt wanneer het systeem in een patiëntregelmodus staat
(zoals Controle Patiënt, Afkoelen Patiënt of Opwarmen Patiënt).
Bij therapie met normothermie: De waarde voor Patiënttemperatuur 1 is lager
dan de waarschuwingsinstelling voor lage patiënttemperatuur in Normothermie.
Bij therapie met hypothermie: De waarde voor Patiënttemperatuur 1 is lager
dan de waarschuwingsinstelling voor lage temperatuur patiënt in Hypothermie.
De waarde voor Patiënttemperatuur 1 is hoger dan 39,5 °C (103,1 °F), de water-
temperatuur is hoger dan 39,5 °C (103,1 °F) en het systeem staat in de modus
Handmatige Bediening.
De temperatuur van de patiënt wordt in de modus Handmatige Bediening niet
automatisch geregeld.
De waarde voor Patiënttemperatuur 1 is lager dan 31 °C (87,8 °F), de water-
temperatuur is lager dan 31 °C (87,8 °F) en het systeem staat in de modus
Handmatige Bediening.
De temperatuur van de patiënt wordt in de modus Handmatige Bediening niet
automatisch geregeld.
S E R V I C E H A N D L E I D I N G
Alarm
Waarschuwing
Advertenties
Inhoudsopgave
