Inhoudsopgave
Advertenties
14
Patiënttemperatuur 1-probe buiten
bereik
15
Kan geen stabiele temperatuur van
de patiënt bereiken
16
Patiënttemperatuur 1-probe buiten
bereik
17
Patiënttemperatuur 1 kalibratiefout
18
Patiënttemperatuur 1 kalibratiefout
19
Patiënttemperatuur 1 kalibratiefout
20
Patiënttemperatuur 1 kalibratiefout
21
Patiënttemperatuur 2 hoog
22
Waarde Patiënttemperatuur 2 boven
waarschuwingsinstelling voor hoge
patiënttemperatuur
23
Patiënttemperatuur 2 laag
24
Waarde Patiënttemperatuur 2 onder
waarschuwingsinstelling voor lage
patiënttemperatuur
25
Patiënttemperatuur 2 hoog
26
Patiënttemperatuur 2 laag
27
Patiënttemperatuur 2-probe buiten
bereik
De patiënttemperatuur 1-probe wordt niet gedetecteerd of de temperatuur-
meting is lager dan de ondergrenzen van het weer te geven bereik (10 °C /50 °F)
terwijl het systeem in een patiëntregelmodus staat (zoals Controle Patiënt,
Afkoelen Patiënt of Opwarmen Patiënt).
Discontinuïteit in de patiënttemperatuur. Een significante verandering in de
waarde voor de patiënttemperatuur gedurende meer dan 10 minuten in een
patiëntregelmodus (zoals Controle Patiënt, Afkoelen Patiënt of Opwarmen
Patiënt).
De patiënttemperatuur 1-probe wordt niet gedetecteerd of de temperatuur-
meting is hoger dan de bovengrenzen van het weer te geven bereik
(44 °C/111,2 °F) terwijl het systeem in een patiëntregelmodus staat
(zoals Controle Patiënt, Afkoelen Patiënt of Opwarmen Patiënt).
Het systeem kan de kalibratie van het Patiënttemperatuur 1-kanaal niet intern
tot op ± 1,0 °C controleren wanneer het systeem in een patiëntregelmodus staat
(zoals Controle Patiënt, Afkoelen Patiënt of Opwarmen Patiënt).
Het systeem kan de kalibratie van het Patiënttemperatuur 1-kanaal niet intern
tot op ± 1,0 °C controleren wanneer het systeem in de modus Handmatige
Bediening staat.
Het systeem kan de kalibratie van het Patiënttemperatuur 1-kanaal niet intern
tot op ± 1,0 °C controleren wanneer het systeem in de modus Handmatige
Bediening staat.
Het systeem kan de kalibratie van het Patiënttemperatuur 1-kanaal niet intern
tot op ± 1,0 °C controleren wanneer het systeem in de modus Handmatige
Bediening staat.
De waarde voor Patiënttemperatuur 2 is hoger dan 39,5 °C (103,1 °F), de
watertemperatuur is hoger dan 39,5 °C (103,1 °F) en het systeem gaat door met
het verwarmen van de patiënt wanneer het systeem in een patiëntregelmodus
staat (zoals Controle Patiënt, Afkoelen Patiënt of Opwarmen Patiënt).
Bij therapie met normothermie: De waarde voor Patiënttemperatuur 2 is
hoger dan de waarschuwingsinstelling voor hoge patiënttemperatuur in
Normothermie.
Bij therapie met hypothermie: De waarde voor Patiënttemperatuur 2 is hoger
dan de waarschuwingsinstelling voor hoge patiënttemperatuur in Hypothermie.
De waarde voor Patiënttemperatuur 2 is lager dan 31 °C (87,8 °F), de water-
temperatuur is lager dan 31 °C (87,8 °F) en het systeem gaat door met het
koelen van de patiënt wanneer het systeem in een patiëntregelmodus staat
(zoals Controle Patiënt, Afkoelen Patiënt of Opwarmen Patiënt).
Bij therapie met normothermie: De waarde voor Patiënttemperatuur 2 is lager
dan de waarschuwingsinstelling voor lage patiënttemperatuur in Normothermie.
Bij therapie met hypothermie: De waarde voor Patiënttemperatuur 2 is lager
dan de waarschuwingsinstelling voor lage temperatuur patiënt in Hypothermie.
De waarde voor Patiënttemperatuur 2 is hoger dan 39,5 °C (103,1 °F), de water-
temperatuur is hoger dan 39,5 °C (103,1 °F) en het systeem staat in de modus
Handmatige Bediening.
De temperatuur van de patiënt wordt in de modus Handmatige Bediening niet
automatisch geregeld.
De waarde voor Patiënttemperatuur 2 is lager dan 31 °C (87,8 °F), de water-
temperatuur is lager dan 31 °C (87,8 °F) en het systeem staat in de modus
Handmatige Bediening.
De temperatuur van de patiënt wordt in de modus Handmatige Bediening niet
automatisch geregeld.
De Patiënttemperatuur 2-probe wordt niet gedetecteerd of de temperatuur-
waarde is lager dan de ondergrens van het weer te geven bereik (10 °C /50 °F).
N E D E R L A N D S
11
Advertenties
Inhoudsopgave
