Hoofddraadbundel
aansluitingen
bedienings-
paneel
USB-poort
Piëzo-speaker
Afb. 8-55 Bedieningspaneel (achteraanzicht)
8.17 Vervangen van de koeler
Gereedschap en benodigdheden:
• tang
1. Verwijder de interne onderdelen van het koelerframe dat wordt
vervangen (stap 8.7).
2. Sluit de zwarte compressor-verdamperslang aan op de witte plastic
fitting waarop die kan worden aangesloten. Gebruik een tang om
de kliksluiting te sluiten (omgekeerd van stap 8.7, nummer 3).
3. Sluit de koelpomp aan.
4. Sluit de stroomaansluiting van de koeler weer aan (omgekeerd
van stap 8.7, nummer 2).
Afb. 8-56 Koelerframe
(links) (rechts)
Speaker
8.18 Vervangen van de draadbundel van de tanktemperatuur-
sensor
De tanktemperatuursensorbundel verbindt de koelpomp met de tank.
Gereedschap en benodigdheden:
• draadtang
1. Verwijder de interne onderdelen van het koelerframe en verdeel
ze in twee delen (stap 8.6, 8.7 of 8.8).
2. Verwijder de isolatie van het punt waar de thermistor de tank
binnenkomt.
3. Verwijder de bijbehorende kabelbinders.
4. Verwijder het stukje isolatietape waarmee de sensor aan de
bovenkant van de tank is bevestigd.
5. Verwijder de koelpomp (stap 8.12 of 8.13).
6. Verwijder de oude draadbundel van de tanktemperatuursensor en
noteer waar elk van de twee temperatuursensoren, met de labels
T1/T2 en T4, wordt aangesloten.
7. Wijzig de isolatie zoals afgebeeld, zodat T4 goed in de tank past
(zie afbeelding 8-58)
8. Steek de nieuwe kabelbundel in. De T1/T2- en T4-aansluitingen
zullen op hun plaats draaien. Om beschadiging van de draad te
voorkomen, draait u elk van deze draden in de tegenovergestelde
richting om wat speling te geven voordat u de sluitring erop schuift
en de verbinding op zijn plaats draait.
9. Installeer de koelpomp opnieuw.
10. Gebruik het bijgeleverde isolatiemateriaal om de verbinding tussen
de sensor en de tank af te dichten.
11. Voer een kalibratie uit (zie hoofdstuk 9).
Afb. 8-57 Draadbundel tanktemperatuursensoren
Afb. 8-58 Draadbundel tanktemperatuursensoren op zijn plaats
N E D E R L A N D S
35