9 Instellingen
Afb.122
Tab.64
Werking van de warmtepomp in een Smart Grid
BL1 IN ingang
BL2 IN ingang
Inactief
Inactief
Actief
Inactief
Inactief
Actief
Actief
Actief
92
9.3.9
Vloer drogen zonder de buitenunit van de warmtepomp
De binnenmodule kan worden gebruikt voor het drogen van de vloer met
behulp van de elektrische bijverwarming. De buitenunit hoeft niet te
worden aangesloten.
1. Schakel de binnenmodule in en activeer de vloerdroogfunctie.
2. Stel de parameters in voor de vloerdroogfunctie.
Als de buitenunit niet is aangesloten, worden de bijverwarmingen
automatisch gestart.
9.3.10
De parameters instellen voor het gebruik van
fotovoltaïsche energie
Als er goedkope elektrische energie beschikbaar is (fotovoltaïsche
energie) kunnen het verwarmingscircuit en de sanitair-warmwaterboiler
(indien aanwezig) oververhit raken. Dit soort voeding is niet geschikt voor
vloerkoeling.
1. De autorisatie voor oververhitting activeren voor het
verwarmingscircuit of de sanitair-warmwaterboiler door de AP001
parameter of de AP100 parameter aan te passen.
Parameter
AP001 of
AP100
2. Een potentiaalvrij contact aansluiten op de BL1 of BL2 ingang.
3. De waardeverschuiving instellen van de richttemperatuur van de
verwarming wanneer de fotovoltaïsche functie actief is (HP091
parameter).
4. De waardeverschuiving instellen van de richttemperatuur van het
sanitair warm water wanneer de fotovoltaïsche functie actief is
(HP092 parameter).
9.3.11
Aansluiting van de installatie op een Smart Grid
De warmtepomp kan controlesignalen ontvangen en regelen van het
"smart" energiedistributienetwerk (Smart Grid ready). Op basis van de
signalen die worden ontvangen van de aansluitklemmen van de
multifunctionele ingangen BL1 IN en BL2 IN, zal de warmtepomp stoppen
of vanzelf de verwarmingsinstallatie oververhitten om het
elektriciteitsverbruik te optimaliseren.
Werking
Normaal: De warmtepomp en de elektrische bijverwarming werken normaal
Uitschakelen: De warmtepomp en de elektrische bijverwarming zijn uitgeschakeld
Spaarstand: De warmtepomp oververhit het systeem vanzelf zonder de elektrische
bijverwarming
Superspaarstand: De warmtepomp oververhit het systeem vanzelf met de elektri
sche bijverwarming
Oververhitting wordt geactiveerd afhankelijk of het droge contact op de
ingangen BL1 en BL2 open of gesloten is en de parameters AP098 en
AP099 die de activering van functies controleren afhankelijk of de
contacten open of gesloten zijn.
Beschrijving
Hydraulische bijverwarming: 8 (fotovoltaïsch met al
leen warmtepomp)
Elektrische bijverwarming: 9 (fotovoltaïsch met elek
trische bijverwarming)
7682783 - v04 - 12052020