9 Instellingen
Tab.58
Situatie
Als een hydraulische
bijverwarming is aange
sloten
Als een elektrische bij
verwarming is aange
sloten
Tab.59
Instellen met S-control bedieningspaneel
Parameter
E.TEL
TPC J / TPC N
PENTE CIRC.A
Tab.60
Instellen met een ander bedieningspaneel
Parameter
Richttemperatuur verwarming/ketel
88
Configuratie
Stel de parameters HP034 en HP035 in op 0.
Stel de parameters HP034 en HP035 in volgens de configuratie van het vermogen van de trappen
van de elektrische bijverwarmingen.
6. Configureer de parameter HP033 volgens het type energiemeter dat
is geïnstalleerd. Standaard is het impulsgewicht ingesteld op 1 Wh,
het instelbereik van de parameter HP033 verloopt van 0 (geen
meting) tot 1000 Wh. Als het impulsgewicht in kWh is, gebruik dan de
volgende tabel.
Tab.57
Als het impulsgewicht wordt gegeven in kWh
Andere cijfers dan die in de tabel werken niet.
Aantal impulsen per kWh
1000
500
250
200
125
100
50
40
25
20
10
8
5
4
2
1
7. Configureer de parameters HP034 en HP035.
9.3.5
Een hydraulische bijverwarming configureren
1. Configureer de bijverwarmingsketel in overeenstemming met het
bedieningspaneel ervan.
Configureren van een ketel met een kamerthermostaatingang
1. Stel de volgende installateurparameters af op het bedieningspaneel
van de verwarmingsketel.
Instellen
THERM A
Richttemperatuur tapwater +5°C
0,0
Instellen
Richttemperatuur tapwater +5°C
Waarde die voor de para
meter HP033 moeten wor
den geconfigureerd
1
2
4
5
8
10
20
25
40
50
100
125
200
250
500
1000
7682783 - v04 - 12052020