Actuele status van het toestel.: AM012-pa
rameter
16 = vorstbeveiligingsmodus
17 = ontluchting actief
7682783 - v04 - 12052020
Actuele substatus van het toestel. : AM014-parameter
30= normale werking
De compressor of de bijverwarmingen werken.
31= beperkt intern nominaal richtpunt
Als de verwarmingsrichttemperatuur op de warmtepomp verschilt van de sys
teemrichttemperatuur.
60= pomp nadraaitijd
Warmtepomp en uitschakeling van bijverwarmingen, nadraaitijd van systeem
pomp.
65= compressorbypass en bijverwarmingen zijn in bedrijf
66= de temperatuur overschrijdt de maximale bedrijfstemperatuur van de
compressor
De compressor is gestopt. De bijverwarmingen werken.
67= de buitentemperatuur is lager dan de maximumbedrijfstemperatuur van
de compressor
De compressor is gestopt. De bijverwarmingen werken.
68= de hybride functie vraagt om uitschakeling van de compressor
De compressor is gestopt. De bijverwarmingen werken.
69= de ontdooifunctie werkt
De compressor werkt.
70= er is niet voldaan aan de ontdooivoorwaarden
De compressor is gestopt. De bijverwarmingen werken.
71= de ontdooifunctie werkt.
De compressor en de bijverwarmingen werken.
30= normale werking
De compressor of de bijverwarmingen werken.
31= beperkt intern nominaal richtpunt
Als de verwarmingsrichttemperatuur op de warmtepomp verschilt van de sys
teemrichttemperatuur.
60= pomp nadraaitijd
Warmtepomp en uitschakeling van bijverwarmingen.
65= compressorbypass en bijverwarmingen zijn in bedrijf
66= de temperatuur overschrijdt de maximale bedrijfstemperatuur van de
compressor
De compressor is gestopt. De bijverwarmingen werken.
67= de buitentemperatuur is lager dan de maximumbedrijfstemperatuur van
de compressor
De compressor is gestopt. De bijverwarmingen werken.
68= de hybride functie vraagt om uitschakeling van de compressor
De compressor is gestopt. De bijverwarmingen werken.
69= de ontdooifunctie werkt
De compressor werkt.
70= er is niet voldaan aan de ontdooivoorwaarden
De compressor is gestopt. De bijverwarmingen werken.
71= de ontdooifunctie werkt.
De compressor en de bijverwarmingen werken.
9 Instellingen
105