Tab.61
Berekenen van de drempelwaarde van de prestatiecoëfficiënt
Indien de prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hoger is dan de drempelprestatiecoëfficiënt, krijgt de warmtepomp voorrang.
Anders wordt alleen de bijverwarming ingeschakeld. De prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hangt af van de
buitentemperatuur en van de richttemperatuur van het verwarmingswater.
HP061 parame
Beschrijving
ter
HP061 = 1
Bij de optimalisering aan de hand van de energiekosten voor de consument (fabrieksinstelling) kiest de re
gelaar de goedkoopste generator aan de hand van de prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp en aan de
hand van de energiekosten.
De omschakeling tussen de warmtepomp en de ketel gebeurt bij de drempelwaarde van de prestatiecoëffi
cient die is berekend overeenkomstig de optimaliseringsmodus van de energiekosten via de energiekos
tenparameters.
HP062: Stroomkosten tijdens de piekuren
HP063: Dalstroomkosten van elektriciteit
HP064: Kosten van fossiele energie (olie of gas) - prijs per m
tot 2,50 €/kWh
HP061 = 2
Optimalisering van het primaire energieverbruik: De regelaar kiest de generator die de minste primaire
energie verbruikt.
De omschakeling tussen de warmtepomp en de ketel gebeurt bij de HP054 drempelwaarde van de presta
tiecoëfficiënt overeenkomstig de optimaliseringsmodus van het primaire energieverbruik.
HP061 = 3
Optimalisering van de CO
De omschakeling tussen de warmtepomp en de ketel gebeurt bij de drempelwaarde van de prestatiecoëffi
ciënt die is berekend overeenkomstig de optimaliseringsmodus van de CO
HP065: CO
HP066: CO
HP067: CO
HP061 = 0
Geen optimalisering: De warmtepomp start altijd eerst op, ongeacht de omstandigheden. Vervolgens wordt
indien nodig de bijverwarming van de ketel gestart.
7682783 - v04 - 12052020
2. Schakel het bedieningspaneel uit.
3. Maak de buitentemperatuursensor los.
4. Monteer een 1 kOhm weerstand op de plaats van de buitensensor.
Configureren van een ketel zonder een
kamerthermostaatingang
1. Stel de volgende installateurparameters af op het bedieningspaneel
van de verwarmingsketel.
9.3.6
De hybride functie bestaat uit het automatisch overschakelen tussen de
warmtepomp en de ketel op grond van de verbruikskosten of CO
van elke warmtegenerator.
-uitstoot: De regelaar kiest de generator die de minste CO
2
-emissies van de elektriciteit in verwarmingsmodus
2
-emissies van de elektriciteit in sanitair-warmwaterbereidingsmodus
2
-emissies van gas of stookolie
2
Invloed van buitentemperaturen en bivalentie
Zie
Installatiehandleiding van de verwarmingsketel.
Zet de regelaar van de verwarmingsketel op de dagmodus 24u per
dag.
Richttemperatuur verwarming = Richttemperatuur tapwater +5 °C.
Zie
Installatiehandleiding van de verwarmingsketel.
Configureren van de hybride werkingsmodus van een
hydraulische bijverwarming
Belangrijk
De hybride werkingsmodus is alleen beschikbaar voor apparaten
met hydraulische bijverwarming.
3
of per liter. Kan worden ingesteld van 0,01
9 Instellingen
-uitstoot
2
uitstoot.
2
-uitstoot:
2
89