Inhoudsopgave
Advertenties
5.2.2
Rohloff
DH kettingspanner (accessoire voor Downhill)
De
Rohloff
DH kettingspanner is
1
1
voor Downhill gebruik gemaakt.
Deze heeft een spancapaciteit van
10 schakels en heeft, in
tegenstelling tot de gewone
Rohloff
kettingspanner, een kortere
zwenkarm die vast aan het
derailleuroog geschroefd wordt.
Daardoor loopt het bovenste
derailleurwiel vlak langs de
tandkrans en garandeert zo een
goede kettingloop bij extreem
De DH kettingspanner wordt
gebruik. Om het achterwiel uit te
geleverd met zeven tussenringen (3
nemen moet de bevestigings-
x
1mm, 1 3mm,) en (3 0,2mm
x
schroef van de kettingspanner los
of 1 0,5mm) en een
x
gedraaid worden.
bevestigingsschroef.
3
3
4
4
Zwenkarm
Bovenste
derailleurwiel
Tussenringe 3 x 0,2mm of 1 x
De positie van het bovenste derailleurwiel wordt afgesteld door de
0,5mm worden tussen de
bevestigingsbout los te draaien en de zwenkarm in de richting van de pijl
zwenkarm en de
te bewegen. Tussen de tandkrans op de naaf en het bovenste
bevestigingsschroefgelegd.
derailleurwieltje moet een afstand van ongeveer 1 mm overblijven. Dan
Zodoende wordt de zwenkarm bij
de montagebout aandraaien (inbus 5mm, moment 8 Nm).
het monteren van de ketting-
Bij uitvaleinden dunner dan 7 mm en gebruik van een tandkrans met 13
spanner vastgeklemd. Gebruik het
tanden (kettinglijn 58 mm) is een langere montagebout (Art.Nr. 8255)
juiste aantal tussenringen om de
nodig.
kettingspanner precies in de
kettinglijn te plaatsen. De
montagebout licht invetten.
Montage
(Art.Nr. 8245)
2
2
De positie van de kettingspanner
moet met behulp van de
x
tussenringen op de kettinglijn
worden ingesteld. Zie hiervoor
hoofstuk 5.2.1. "
Rohloff
Kettingspanner".
5
5
Tand-
krans
Bovenste
derailleur-
wiel
69
5.3 Ketting
Indien de fiets niet over de mogelijkheid beschikt om de ketting middels verschuifbare
uitvaleinden, horizontale uitvaleinden of een excentrische trapas te spannen, dan moet een kettingspanner
gemonteerd worden.
5.3.1 Montage met kettingspanner
Nadat de kettingspanner volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 5.2 gemonteerd is moet de ketting op de juiste
lengte gemonteerd worden.
1 1
2
Nieuwe ketting op het kettingblad
Bij een ongeveerde achterbrug de
leggen en over de tandkrans en
kettinglengte zo kiezen dat de kooi
door de kettinspanner geleiden.
van de kettingspanner loodrecht
naar onder of maximaal 30° naar
voren wijst.
4
T I P
Door het loshalen van de veer van
bevestigingspunt
kettingspanner ontspannen. Dit
vergemakkelijkt het monteren van
de ketting.
A
5.3.2 Montage zonder kettingspanner
Voor montage van een nieuwe ketting moet de spanvoorziening voor de ketting (verschuifbare
uitvaleinden, lange horizontale uitvaleinden of excentrische trapas) op minimale kettinglente ingesteld worden.
Ketting over het voorblad en de tandkrans leggen. Zo veel kettingschakels verwijderen dat de ketting in de kleinst
mogelijke lengte gesloten kan worden. Ketting volgens aanwijzingen van de fabrikant sluiten.
De spanvoorziening zover spannen dat de ketting net niet meer doorhangt (deze spanning regelmatig controleeren
en eventueel bijstellen).
Montage
Rohloff
OEM
3
kooi van de kettingspanner
3 0 °
Bij een geveerde achterbrug moet
gecontroleerd worden of de
kettingspanner bij het inveren niet
te veel gespannen wordt.
Afhankelijk van het draaipunt
wordt bij het inveren de
kettingloop langer. Controleer dit
door de achterbrug geheel in te
veren (b.v. de veer bzw. Dämpfer
uitmonteren). Staat het onderste
spanwieltje hoger dan het bovenste
A
wordt de
wieltje of komt de kooi van de
spanner tegen de achterbrug, dan
moet de ketting langer worden
gemaakt.
Rohloff
OEM
70
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
