9. Gebruik van externe klankgenerators en sequencers
* Als de sequencer die u gebruikt, niet op meer dan ŽŽn kanaal
tegelijkertijd kan opnemen, gebruik dan de Poly mode om te
verzenden en op te nemen (p. 88).
"Local Control Off"
Wanneer de interne klankgenerator en de guitar controller
van de GR-33 met elkaar verbonden zijn, dan staat het toestel
op ÒLocal On.Ó Het toestel staat op ÒLocal OffÓ wanneer de
interne klankgenerator en de guitar controller niet met elkaar
verbonden zijn en het toestel enkel reageert op MIDI-
boodschappen van een sequencer. Guitar performance-
boodschappen worden ook enkel via MIDI OUT uitgestuurd.
fig.9-14
MIDI OUT
GR-33
MIDI IN
Klank-
generator
Local Control
OFF
Botsingen tussen performance data van de gitaar en van de
sequencer, die voorkomen wanneer bv. Òsoft thruÓ aan staat,
kunnen worden vermeden door local control uit te zetten.
Om de local control uit te zetten, moet u het toestel
uitschakelen en weer inschakelen terwijl u de [PLAY]-toets
ingedrukt houdt. (Wanneer u nadien het toestel weer aanzet,
staat de local control opnieuw aan. Deze instelling wordt dus
niet in het geheugen opgeslagen.)
* De precieze werking van interne functies verschilt naargelang
local control aan of uit staat. Local control staat normaal
gezien aan, maar denk eraan dat u local control moet
uitschakelen wanneer u een lusverbinding met externe
apparatuur gebruikt.
Als u een MIDI-lusverbinding maakt en u laat local control
aan staan, dan kan dit problemen of een foutieve werking tot
gevolg hebben, bv. het niet herkennen van bepaalde
commandoÕs.
94
Sequencer
Thru-functie op
MIDI OUT: On
MIDI IN
MIDI OUT
PITCH
TO MIDI
GK IN
Realistische getokkelde snaar-
instrumenten creëren (Data)
Als u met de GR-33 partijen inspeelt voor gitaar en
gelijkaardige snaarinstrumenten, waaronder harp, koto, enz.,
dan kunt u bepaalde karakteristieken van getokkelde snaren
bekomen, zoals voicing en een expressieve feeling, wat niet
mogelijk is wanneer u de muziek met een klavier inspeelt.
Let hierbij echter op de volgende punten.
Zorg dat er op de sequencer geen Quantize-functie (een
functie die data met een licht afwijkende timing
corrigeert tot exacte achtste noten, zestiende noten, e.d.)
geactiveerd is voor de timing van de input-data.
Wanneer u na de opname bewerkingen met de
sequencer uitvoert om de positie van de data te
verschuiven, zorg dan dat alle Bend messages mee
verschoven worden met de Note messages, zodat hun
overeenstemming niet verloren gaat.
Speciale toonhoogteveranderingen die enkel met een gitaar-
synthesizer te realiseren zijn (zoals een tremolo en
harmonized bending), kunnen ook naar de sequencer
gestuurd worden en weergegeven door ze in de Mono mode
te verzenden, waarbij voor elke snaar een apart MIDI-kanaal
gebruikt wordt.
Arpeggiator- en Harmonist-
performances opnemen
Arpeggiator-effecten opnemen op een
sequencer
Voorbeeld 1:
Pas de arpeggiator toe op de noten van de externe MIDI-
klankgenerator en neem het resultaat op
Zet de EFFECTS ÒHAR/ARP SELECTÓ-instelling in de Patch
Edit mode op ÒArpeggio ExtÓ, voer de stappen 1, 2 en 4 van
ÒInput-procedures en instellingen voor de apparatenÓ op p.
93 uit. (Sla stap 3 over!) Speel na stap 4 op uw gitaar en zorg
dat de arpeggiator wordt toegepast op de externe MIDI-
klankgenerator. Ga daarna verder vanaf stap 5 om op te
nemen.
Voorbeeld 2:
Pas de arpeggiator toe op de 1e en 2e tones van de GR-33 en
neem het resultaat op.
Zet de EFFECTS ÒHAR/ARP SELECTÓ-instelling in de Patch
Edit mode op ÒArpeggio 1stÓ, ÒArpeggio 2ndÓ of ÒArpeggio
1&2Ó en voer de opname uit. (ArpeggioÕs worden gespeeld
tijdens de opname, maar enkel de informatie van de originele
gitaar-performanceÑdus niet de arpeggio-informatie zelfÑ
wordt opgenomen op de sequencer.) Als bij de weergave
dezelfde patch gebruikt wordt, wordt de performance-
informatie ontvangen van MIDI IN en reconstrueert de GR-
33 de arpeggioÕs.