Multi-Effect parameters
1: STEREO-EQ (Stereo equalizer)
Dit is een stereo equalizer waarmee u de toon kunt regelen in
vier frequentiebanden: laag, 2 middenbanden en hoog.
fig.6-05
L in
4-Band EQ
R in
4-Band EQ
LOW FREQ (Low frequency) 200 Hz/400 Hz
Hiermee kiest u bij welke frequentie (200 Hz/400 Hz) de lage
frequentieband geregeld wordt.
LOW GAIN -15–+15 dB
Hiermee regelt u de gain (hoeveelheid versterking of
verzwakking) voor de lage frequentieband.
Positieve (+) waarden versterken de lage frequenties.
HIGH FREQ (High frequency) 4000 Hz/8000 Hz
Hiermee kiest u bij welke frequentie (4 kHz/8 kHz) de hoge
frequentieband geregeld wordt.
HIGH GAIN -15–+15 dB
Hiermee regelt u de gain (hoeveelheid versterking of
verzakking) voor de hoge frequentieband.
Positieve (+) waarden versterken de hoge frequenties.
P1 FREQ (Peaking 1 frequency)
200/250/315/400/500/630/800/1000/1250/1600/2000/2500/3150/
4000/5000/6300/8000 (200–8000 Hz)
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het gebied dat
u wil versterken of verzwakken.
P1 Q (Peaking 1 Q) 0.5/1.0/2.0/4.0/9.0
Hiermee bepaalt u de breedte van het gebied rondom de
centrale frequentie P1 FREQ.
Hoe hoger de waarde, hoe smaller het gebied dat be•nvloed
wordt door P1 GAIN.
P1 GAIN (Peaking 1 gain) -15–+15 dB
Hiermee bepaalt u de gain (versterking of verzwakking) voor
het gebied dat u bepaalde met P1 FREQ en P1 Q.
Positieve (+) waarden versterken het gebied bepaald door P1
FREQ en P1Q.
P2 FREQ (Peaking 2 frequency)
200/250/315/400/500/630/800/1000/1250/1600/2000/2500/3150/
4000/5000/6300/8000 (200–8000 Hz)
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het gebied dat
u wil versterken of verzwakken.
P2 Q (Peaking 2 Q) 0.5/1.0/2.0/4.0/9.0
Hiermee bepaalt u de breedte van het gebied rondom de
centrale frequentie P2 FREQ.
Hoe hoger de waarde, hoe smaller het gebied dat be•nvloed
wordt door P2 GAIN.
P2 GAIN (Peaking 2 gain) -15–+15 dB
Hiermee bepaalt u de gain (versterking of verzwakking) voor
het gebied dat u bepaalde met P2 FREQ en P2 Q.
Positieve (+) waarden versterken het gebied bepaald door P2
FREQ en P2Q.
L out
LEVEL (Output level) 0–127 #
Hiermee bepaalt u het output-volume.
R out
2: OVERDRIVE
Overdrive geeft een natuurlijk klinkende vervorming zoals
die van een versterker met vacuŸmbuizen.
fig.6-06
L in
R in
DRIVE 0–127 #
Hiermee bepaalt u de diepte van de vervorming. Het volume
verandert mee met de diepte van de vervorming.
PAN (Output pan) L64–0–R63
Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgestuurde
geluid. L64 is uiterst links, 0 is centraal en R63 is uiterst
rechts.
AMP TYPE (Amp simulator type)
Small/Built-In/2-Stack/3-Stack
Kies het type van gitaarversterker.
Small:
Built-In:
2-Stack:
3-Stack:
LOW GAIN -15–+15 dB
Hiermee regelt u de gain voor de lage frequentieband.
Positieve (+) waarden versterken de lage frequenties.
HIGH GAIN -15–+15 dB
Hiermee regelt u de gain voor de hoge frequentieband.
Positive (+) waarden versterken de hoge frequenties.
LEVEL (Output level) 0–127
Hiermee bepaalt u het output-volume.
Met de Output Level-instelling kunt u het volumeverschil
wegwerken tussen het geluid met en zonder Overdrive.
6. De interne effecten gebruiken
Over
Amp
2-Band
drive
Simulator
Kleine versterker
Comboversterker
Tweedelige stack-versterker
Driedelige stack-versterker
L out
Pan L
EQ
Pan R
R out
55