5. Klanken (Patches) instellen/wijzigen
vibrato hangt af van de vooraf bepaalde instellingen van de
tones.)
Pan (Normal) (Normal Pan):
ÒPANÓ-instellingen (p. 41) in de patch worden genegeerd en
de stereo-plaatsing wordt aangestuurd door de EXP-pedaal.
Beide tones van de patch worden samen ÔgepandÕ. Beide
tones worden rechts geplaatst wanneer u de pedaal
(vooraan) indrukt, en links wanneer u de pedaal terug
achteruit beweegt (vooraan omhoog).
Pan (Cross Tones) (cross tone pan):
Door middel van de EXP-pedaal, kunt u de locatie van de 1e
en de 2e tone van de patch verschuiven over een bereik van
-50Ð +50. De tones verschuiven in tegengestelde richting,
links/rechts, met 0 als centrale locatie. De 1e tone wordt
rechts geplaatst als u de pedaal (vooraan) indrukt en links
wanneer u de pedaal terug achteruit beweegt (vooraan
omhoog). Voor de 2e tone is dit net omgekeerd.
Cho Send Level (chorus send level):
U kunt het chorus level regelen met de EXP-pedaal. Als u de
pedaal (vooraan) indrukt, dan wordt het in de patch
ingestelde chorus level aan de klank toegevoegd. Als de
pedaal vooraan omhoog staat, wordt er geen chorus
toegevoegd.
Rev Send Level (reverb send level):
U kunt het reverb level regelen met de EXP-pedaal. (Dit heeft
geen invloed op het chorus level.) Als u de pedaal (vooraan)
indrukt, dan wordt het in de patch ingestelde reverb level
aan de klank toegevoegd. Als de pedaal vooraan omhoog
staat, wordt er geen reverb toegevoegd.
Arp Tempo1 (Arpeggio Tempo 1):
Hiermee regelt u het arpeggio-tempo. Als u de pedaal
(vooraan) indrukt, speelt de arpeggio aan het in de patch
geprogrammeerde tempo; als de pedaal vooraan omhoog
staat, neemt het tempo af.
Arp Tempo2 (Arpeggio Tempo 2):
Hiermee regelt u het arpeggio-tempo. Als u de pedaal
(vooraan) indrukt, versnelt het tempo; als de pedaal vooraan
omhoog staat, keert het tempo terug naar de snelheid die in
de patch geprogrammeerd is.
Arp Tempo3 (Arpeggio Tempo 3):
Hiermee regelt u het arpeggio-tempo over een bereik van
plus of min 20% vanaf de centrale waarde, de waarde die in
de patch is geprogrammeerd.
Tempo&Pitch:
Hiermee wijzigt u de toonhoogte en het arpeggio-tempo
tegelijkertijd, waardoor u een speciaal effect krijgt, net zoals
wanneer u de snelheid van een bandrecorder verandert.
Hoeveel de toonhoogte verandert, wordt bepaald door de
instelling voor GLIDE TYPE in de Pedal Effect mode.
48
Meer informatie over de ÒGLIDE TYPEÓ-instellingen vindt u
in Het Pitch Glide-type kiezen (GLIDE TYPE) (p. 44).
CC1 to 31, CC64 to 95 (MIDI Control Change):
Hiermee verzendt u control change data vanuit MIDI OUT in
respons op veranderingen in de positie van de EXP-pedaal.
Selecteer een control change-nummer van 1 tot 31, of van 64
tot 95. Gebruik dit wanneer u externe effectprocessors of
parameters in externe toestellen wil aansturen. Dit heeft geen
effect op de interne klankgenerators van de GR-33.
* Nadat u ÒPan (Normal)Ó of ÒPan (Cross Tones)Ó hebt
geselecteerd, kan u een licht geruis horen wanneer u de EXP-
pedaal beweegtÑdit is geen defect. Bovendien, ÒPan (L-R)Ó en
ÒPan (Cross Tones)Ó hebben geen invloed op de stereopositie
van de reverb of chorus.
* Gebruik de instellingen ÒArp Tempo1Ó, ÒArp Tempo2Ó, ÒArp
Tempo3Ó en ÒTempo&PitchÓ wanneer de arpeggiator aan
staat.
* ÒVolume 1stÓ, ÒVolume 2ndÓ en ÒBalanceÓ hebben het meeste
effect als zowel de 1e als de 2e tone geselecteerd zijn met
ÒLAYERÓ (p. 51) en als Ò1:2 BALANCEÓ (p. 49) niet aan
slechts ŽŽn van de tones is toegewezen.
* Wanneer ÒPitchÓ of ÒTempo&PitchÓ geselecteerd is, kan de
stijging van de toonhoogte beperkt zijn, afhankelijk van de tone
en de pitch range.
* Het effect van ÒBrightnessÓ of ÒWahÓ varieert volgens de
tones van de patch en hun ÒBRIGHTNESSÓ-instellingen
(p. 50).