9. Gebruik van externe klankgenerators en
sequencers
Door een externe klankgenerator aan te sluiten op de GR-33,
wordt het mogelijk om andere klanken dan de 384 interne
tones te gebruiken, en om vettere klanken te maken door
tones van de GR-33 en van het externe toestel te combineren.
MIDI
<Wat is MIDI?>
MIDI staat voor ÒMusical Instrument Digital InterfaceÓ,
een wereldwijde standaard die electronische muziek-
instrumenten en hun randapparatuur toelaat om
muziekdata en boodschappen (bv. voor de klankkeuze)
uit te wisselen. MIDI is een standaard die gehanteerd
wordt door een brede waaier van instrumenten van
diverse fabrikanten. U kunt bv. met een MIDI controller
van merk A een klankmodule van merk B aansturen of
data naar een sequencer van merk C zenden.
MIDI-connectors (IN en OUT) zijn standaard op de GR-
33. Via MIDI kunt u met de gitaar externe klank-
generators (bv. synthesizers en samplers) aansturen, of
muziek inspelen op een MIDI-sequencer.
Zoals reeds vermeld op p. 37, kunt u data zoals patch
data naar andere apparaten sturen voor opslag of
weergave.
Een externe MIDI-klankmodule aansturen
Een externe MIDI-klankmodule
aansluiten
Sluit de externe MIDI-klankmodule aan op de GR-33 zoals in
de onderstaande figuur.
fig.9-01
MIDI OUT
86
MIDI IN
Externe MIDI-klankmodule
De GR-33 is eveneens een handig input-instrument voor een
MIDI-sequencer (een MIDI-opnametoestel). Dit hoofdstuk
beschrijft zulke toepassingen met externe toestellen (en hoe u
de MIDI-functies gebruikt).
Hieronder staat een lijstje met enkele types van MIDI-
boodschappen waarmee de GR-33 kan werken.
ÒNote On messagesÓ geven informatie over welke snaar
er wordt aangeslagen, over de toonhoogte en de
aanslagsterkte.
ÒNote Off messagesÓ geven informatie over wanneer een
snaar stopt met trillen.
ÒBend messagesÓ geven informatie over vloeiende
toonhoogteveranderingen, bv. bij bending, sliding of
hammering.
ÒProgram Change messagesÓ verzenden commandoÕs
voor de keuze van de patches.
ÒControl Change messagesÓ geven informatie over
veranderingen in volume en over de effecten.
ÒSystem Exclusive (SysEx) messagesÓ geven informatie
over de uitwisseling van patch data met externe
instrumenten.
MIDI-kanaal/Bend Range
instellen (BASIC CHANNEL, BEND
RANGE)
Als u klaar bent met de aansluitingen, maak dan de nodige
instellingen op de GR-33.
MIDI CHANNEL (BASIC CHANNEL)
Om MIDI performance-boodschappen te kunnen
uitwisselen, moeten de GR-33 en het externe toestel ingesteld
staan op hetzelfde MIDI-kanaal.
Er zijn 16 MIDI-kanalen beschikbaar (1 Ð 16). Op de GR-33
kunt u voor elke snaar een kanaal aanduiden, zodat u zes
kanalen gebruikt (Mono mode); of u kunt informatie van de
zes snaren over ŽŽn enkel kanaal sturen (Poly mode). In het
geval van Mono mode moet u het eerste kanaal bepalen
(BASIC CHANNEL) van de zes opeenvolgende kanalen die
u zal gebruiken. Hoe u het BASIC CHANNEL instelt, wordt
beschreven op p. 87.