Synth-geluiden aanmaken
U kunt kiezen uit de 384 ingebouwde klanken die de basis vormen voor de patches van de GR-33, waarbij u een Ò1st toneÓ (eerste
tone) en een Ò2nd toneÓ (tweede tone) kiest.
Laten we aan de hand van de onderstaande stappen enkele tones kiezen en een patch samenstellen.
Het basisingrediënt (tone) van
een klank kiezen (SELECT)
De 384 tones van de GR-33 zijn op basis van hun klank
ingedeeld in categorie'n zoals ÒPIANOÓ en ÒE.GUITAR."
Voor details, zie de ÒTone ListÓ (p. 103).
Een Tone kiezen
1. Selecteer de patch waarvan u wil vertrekken en druk
op [TONE] om naar de Patch Edit mode te gaan.
2. Selecteer Ò1ST SELECTÓ met [PARAMETER].
* Als u de 2e tone wil selecteren, kies dan Ò2ND SELECT.Ó
* Met [TONE] kunt u afwisselen tussen Ò1ST ATTACKÓ en
Ò2ND ATTACK.Ó
fig.5-24
3. Kies de gewenste tone met [VALUE].
* Enkel de tones van de categorie die u in stap 3 koos, worden
getoond.
Voor details over de tone-types, zie de ÒTone ListÓ (p. 103).
4. Druk op [WRITE] om de Patch Write uit te voeren
(p. 36).
* Nadat de Patch Write-handeling uitgevoerd is, keert u
automatisch terug naar de Play mode.
* Als u de Patch niet wil opslaan, druk dan op [PLAY] om terug
te keren naar Play mode.
* Als ÒLAYERÓ ingesteld staat op ÒMuteÓ, Ò1st ToneÓ of Ò2nd
ToneÓ dan weerklinkt ofwel de 1e of de 2e toneÑof geen van
beide. Wijzig de LAYER-instelling indien nodig.
Voor details over de ÒLAYERÓ-instellingen, zie Bepalen
welke tones er zullen klinken (LAYER) (p. 51).
5. Klanken (Patches) instellen/wijzigen
De Attack Time verlengen/
verkorten (ATTACK)
Met de ÒATTACKÓ-instelling kunt u regelen na hoeveel tijd
de 1e (of 2e) tone die u met 1ST SELECT (of 2ND SELECT)
koos, zijn hoogste volume bereikt. Gebruik deze instelling
om te bepalen of de tone langzaam moet aanzwellen of een
scherpe aanslag moet hebben.
De ATTACK TIME wijzigen
1. Selecteer de patch waarvoor u de ATTACK wil
wijzigen en druk op [TONE] om naar Patch Edit mode
te gaan.
2. Selecteer Ò1ST ATTACKÓ met [PARAMETER].
* Als u de ATTACK TIME van de 2e tone wil wijzigen, kies dan
Ò2ND ATTACK.Ó
* Met [TONE] kunt u afwisselen tussen Ò1ST ATTACKÓ en
Ò2ND ATTACK.Ó
fig.5-25
3. Kies met [VALUE] een waarde binnen het bereik van
-50Ð+50.
Bij hogere waarden zal het volume van het geluid
langzamer naar zijn maximum gaan. Bij lagere waarden
krijgt u een snellere aanslag, zoals van een percussie-
instrument. (Als u de waarde Ò0Ó instelt, dan wordt de
oorspronkelijke aanslag van de tone gebruikt.)
* De ATTACK-instelling regelt de individuele aanslag-
eigenschappen van elke tone. Hoeveel de aanslag verandert,
hangt af van de oorspronkelijke aanslag van de tone.
4. Druk op [WRITE] om de Patch Write uit te voeren
(p. 36).
* Nadat de Patch Write-handeling uitgevoerd is, keert u
automatisch terug naar de Play mode.
* Als u de Patch niet wil opslaan, druk dan op [PLAY] om terug
te keren naar Play mode.
* Als ÒLAYERÓ ingesteld staat op ÒMuteÓ, Ò1st ToneÓ of Ò2nd
ToneÓ dan weerklinkt ofwel de 1e of de 2e toneÑof geen van
beide. Wijzig de LAYER-instelling indien nodig.
Voor details over de ÒLAYERÓ-instellingen, zie Bepalen
49