* De overeenstemming tussen Program Change-nummers
ontvangen door de GR-33 en de GR-33 patches die door deze
nummers worden opgeroepen, kan niet gewijzigd worden. Bij
aankoop van het toestel zijn de Program Change-nummers 1 Ð
128 respectievelijk toegewezen aan de patches A11 Ð D84. Dit
kan niet gewijzgd worden.
Als u wil beginnen met de transmit-nummers en de receive-
nummers op elkaar af te stemmen, roep dan de System
mode-functie op, kies de optie FACTORY RESET, kies ÒPC
NumberÓ en voer uit.
Meer informatie en instructies voor deze procedure vindt u
in De Program Change-nummers aanpassen aan de
volgorde van de patches (p. 97).
Verschillende klanken kiezen
voor verschillende snaren
U kunt verschillende Program Change messages naar een
externe klankgenerator sturen, en niet alleen voor elke patch,
maar zelfs voor elke snaar.
Zet in stap 3 van de vorige procedure ÒTijdens de patch-
keuze het Program Change-nummer voor het externe toestel
veranderenÓ de [STRING SELECT]-toets in een andere
positie dan ÒALLÓ (bv. 6-5, 6, 5, e.d.) en wijzig de instelling
met [VALUE]. Deze methode maakt het mogelijk om het
Program Change-nummer enkel voor de geselecteerde snaar
te wijzigen.
Ongewone zaken, zoals het toewijzen van een verschillende
tone aan elk van de zes snaren met de externe klank-
generator, worden op deze manier ook veel eenvoudiger. U
kan bepaalde snaren uitschakelen voor de externe klank-
generator door ÒOFFÓ in te stellen voor de betreffende
snaren.
* Door middel van de [STRING SELECT]-toets kunt u
instellingen maken voor verschillende snaren voor een externe
MIDI-klankgenerator, en niet alleen voor Program Change-
boodschappen, maar ook voor MIDI Bank Select-boodschappen
(zie volgende paragraaf).
9. Gebruik van externe klankgenerators en sequencers
Meer dan 128 tones selecteren
(MIDI [CC0], MIDI [CC32])
Wanneer u met de GR-33 klanken kiest op een externe klank-
module die meer klanken bevat dan dat er program change-
nummers (1--128) voorhanden zijn, gebruik dan MIDI Bank
Select-boodschappen (control change-nummers 0 en 32) in
combinatie met de program change-boodschappen.
De GR-33 ondersteunt ook deze functie voor het verzenden
van Bank Select-boodschappen.
1. Selecteer de patch waarvan u de instelling wil wijzigen
2. Selecteer ÒMIDI [CC0]Ó (Control Change-nummer 0)
fig.9-06
3. Selecteer ÒALLÓ met [STRING SELECT].
fig.9-07
4. Stel met [VALUE] de waarde voor de op te roepen tone
5. Wanneer u klaar bent met de ÒMIDI [CC0]Ó-instelling,
fig.9-08
6. Selecteer ÒALLÓ met [STRING SELECT].
fig.9-09
7. Stel met [VALUE] de waarde voor de op te roepen tone
* De ÒbankÓ waarnaar hier verwezen wordt, is een uitgebreide
Program Change-boodschap, verklaard in de MIDI-specificaties,
en heeft volstrekt niets te maken met de banknummers van de
GR-33 (het tweede cijfer in de display, nl. de ÒBankÓ in ÒBank
ShiftÓ, ÒBank UpÓ en ÒBank DownÓ). Let op dat u deze twee
begrippen niet verwart.
MIDI Bank Select-boodschappen verzenden
en druk op [COMMON] om naar de Patch Edit mode te
gaan.
met [PARAMETER].
in (Off, 0 Ð 127).
selecteer dan ÒMIDI [CC32]Ó (Control Change-nummer
32) met [PARAMETER].
in (Off, 0 Ð 127).
89