Physis Organs
9.6 WERKINGSOPTIES VAN DE COMBINATIES, CANCEL, CRESCENDO EN
DE VOLUMEREGELING (PROGRAMMABLE FUNCTIONS)
Het veld PROG. FUNCTIONS zorgt voor toegang tot een submenu met instellingen die de werking van
enkele besturingen van het orgel betreffen, zoals de pistons op de scheidingspanelen van de manualen, het
Crescendo en de potentiometerregelingen onder de manualen.
Met deze instellingen is het namelijk mogelijk om te kiezen welke aanvullende functies in de (algemene en/of
divisionele) combinaties opgeslagen moeten worden en welke van deze functies door de cancel-piston geregeld
(dus uitgezet) moeten worden.
Bovendien is het mogelijk om het crescendo-pedaal tijdelijk te deactiveren, om ongewenste inschakeling van
registers te voorkomen, of om ervoor te zorgen dat de potentiometer [MASTER] die normaliter voor de
regeling van het algemene volume is bestemd, ook het algemene niveau van de signalen op de achterste
uitgangen regelt.
Dus bij selectie van het veld PROG. FUNCTIONS kan men op de achtereenvolgens weergegeven pagina's
de opslag (door instelling van YES) of niet (NO) van de koppelingen in de divisionele geheugens activeren:
op modellen met sub- en superoctaafkoppels en /of Unison Off, kan het volgende worden opgeslagen:
-
NONE: geen koppels worden opgeslagen
-
INTER-DIVISIONS: alleen koppels (inclusief sub- en superoctaafkoppels) tussen twee manualen of
een manuaal en pedaal (slechts beschikbaar bij modellen met koppels tussen manualen en met het pedaal)
-
INTRA-DIVISIONS: alleen sub- en superoctaafkoppels en Unison Off (alleen bij modellen met koppels
tussen de manualen en met het pedaal)
-
ALL: alle koppels worden opgeslagen
de opslag van de waarden Depth en Speed van de Tremulanten om over verschillende modulatie-effecten qua
diepte en snelheid te kunnen beschikken, door de verschillende algemene en divisionele combinaties op te roepen:
De opslag van de toestand van Enclosed en Automatic Pedal in de algemene combinaties:
50
Referentiehandleiding