Physis Organs
-
[EXT. SPEAKER ON]: activeert de externe uitgangen PROG. OUT en GEN. SUB op het achterpaneel
(punt 27) waarop het geluid van het orgel met behulp van externe weergavesystemen aangesloten en
verspreid kan worden.
9. Sectie CANCEL.
Deze wisknoppen zorgen voor uitsluiting van de uitvoering van alle stemmen die deel uitmaken van de
Tongwerken (wipregister [REEDS]) en de Mixturen (wipregister [MIXTURE]). Bij uitgesloten stem blijft
het lichtje van het register sowieso branden.
10. Sectie MIDI.
Deze besturingen zorgen voor het wel of niet activeren van de verzending naar de MIDI [OUT] poort
van de MIDI-nootcodes voor elk manuaal en het pedaal. De toestand van deze besturingen beïnvloedt
niet de verzending van de overige MIDI-meldingen die door het instrument worden voorzien, zoals de
ontvangst van gegevens vanuit externe systemen.
11. Sectie voor regeling en programmering.
Hier zijn de toetsen en het display voor de weergave en programmering van alle configuratiefuncties en
de sequencer van het instrument aanwezig. Deze sectie wordt uitvoerig beschreven in hoofdstuk 4 en
volgende hoofdstukken.
12. Sectie ORCHESTRA.
Hier zijn de orkestregisters van het orgel ondergebracht. Het is mogelijk om voor elk register het timbre
te kiezen dat dit register zal activeren en de belangrijkste parameters voor geluidsopwekking ervan te
regelen. Zie voor meer informatie par. 8.4.
13. Aanvullende displays.
-
[CRESCENDO]: geeft de momenteel door het pedaal bereikte stap aan [CRESCENDO] (punt 25).
-
[M. BANK]: geeft de geheugenbank weer van de (algemene en speciale) combinaties geselecteerd
met behulp van de pistons [MEM. BANK +] en [MEM. BANK -] of door de piston [S] (punt 20)
ingedrukt te houden en [PREV] of [NEXT] te bedienen (punt 14).
N.B.
Bij inschakeling wordt altijd de geheugenbank nr. 1 geselecteerd.
14. Algemene combinaties.
-
[1] / [10] of [8] of [6]: duim- en voetpistons (de laatste niet bij alle modellen aanwezig) voor het
oproepen van de algemene combinaties van de geheugenbank geselecteerd via [MEM. BANK +] en
[MEM. BANK -]. Deze combinaties kunnen aangepast worden, de opslagprocedure is beschreven
onder punt 20.
-
[HR]: herstelt de toestand van de aanwezige registers vóór het oproepen van een algemene combinatie
wanneer de piston zelf brandt.
-
[PREV.] / [NEXT]: sequencers van algemene combinaties, [PREV.] is in aflopende volgorde, [NEXT]
in oplopende volgorde.
15. Pistons van het pedaal.
-
[1] / [6]: speciale combinaties van het pedaal. Deze combinaties kunnen aangepast worden, de
opslagprocedure is beschreven onder punt 20.
-
[HR]: herstelt de toestand van de aanwezige registers vóór het oproepen van een pedaalcombinatie
wanneer de piston zelf brandt.
24
Referentiehandleiding