Referentiehandleiding
1. Sectie PEDAL of PEDAAL.
Hier zijn de registers van het pedaal en de koppelingen van de manualen met het pedaal ondergebracht.
De beschikbare koppelingen zijn:
-
[II/P]: Man.II met Pedaal
-
[III/P] (alleen bij de modellen met 3 en 4 manualen): Man.III met Pedaal
-
[I/P]: Man.I met Pedaal
-
[IV/P] (alleen bij de modellen met 4 manualen): Man.IV met Pedaal
2. Sectie MAN.II of HOODFWERK (bij de modellen met 4 en 3 manualen) of ZWELWERK (bij
de modellen met 2 manualen).
Hier zijn de registers, de koppelingen van de manualen (alleen bij de modellen met 4 en 3 manualen) en
tremulantent van Manuaal II ondergebracht. Alleen bij de modellen met 3 en 4 manualen de beschikbare
koppelingen zijn:
-
[III/II]: Man.III met Man.II
-
[I/II]: Man.I met Man.II
-
[IV/II] (alleen bij de modellen met 4 manualen): Man.IV met Man.II
3. Sectie MAN.IV.
Registers en tremulantent van Manuaal IV.
4. Sectie MAN.III of ZWELWERK (bij de modellen met 4 en 3 manualen).
Registers, koppeling van de manualen en tremulantent van Manuaal III. Alleen bij de modellen met 4
manualen de beschikbare koppelingen zijn:
-
[IV/III]: Man.IV met Man.III.
5. Sectie MAN.I of POSITIEF (bij de modellen met 4 en 3 manualen) of HOODFWERK (bij de
modellen met 2 manualen).
Registers, koppeling van de manualen en tremulant van Manuaal I. De beschikbare koppelingen zijn:
-
[III/I] (bij de modellen met 4 en 3 manualen): Man.III met Man. I
-
[IV/I] (bij de modellen met 4 manualen): Man.IV met Man. I
-
[II/I] (bij de modellen met 2 manualen): Man.II met Man. I
Het is mogelijk om voor elk register het timbre te kiezen dat dit register zal activeren en de belangrijkste
parameters voor geluidsopwekking ervan te regelen. Zie voor meer informatie hoofdstuk 8.
Twee tremulanten zijn beschikbaar voor iedere sectie en beiden kunnen worden geactiveerd met het
[TREMULANT] (trek)register. Beiden zijn instelbaar met betrekking tot snelheid en diepte. Zie voor meer
informatie par. 9.1.
In sommige modellen in deze secties is bovendien de besturing [MIDI] aanwezig voor activering van de
verzending van de MIDI-nootcodes op de poort MIDI [OUT] en is het mogelijk om een of twee
orkeststemmen te spelen. Hiervoor moet het gewenste geluid geactiveerd worden via de functie Alternative
Voices (zie par. 8.3). De lijst van registers waarmee de orkeststemmen worden gespeeld varieert aan de hand
van de geluidsconfiguratie van het orgel. Raadpleeg hiervoor het internetadres www.viscountinstruments.com
6. Verlichtingsknop.
Drukknop voor het inschakelen van de lichten van de lessenaar en de manualen.
7. Schakelaar voor in- en uitschakelen van het instrument.
8. Sectie AMPLIFICATION.
Regelingen van de versterkingen van het orgel.
-
[CONSOLE ON]: activeert de interne versterking van het instrument waarmee het geluid van het
orgel via de luidsprekers wordt verspreid.
23
Physis Organs