STOPPEN EN VERSTELLEN
Een gaatje of scheurtje stoppen voordat het groter wordt kan
een kledingstuk redden. Kies een dunne draad in een kleur die
zo dicht mogelijk bij de kleur van uw kledingstuk in de buurt
komt.
1. Leg de stof onder de naaivoet.
2. Begin te naaien boven het gat en er overheen.
3. Druk op de achteruitnaaitoets wanneer u over het gat heen
bent. Naai verder. De machine naait 14 keer heen en weer
over het gat en stopt dan.
4. Om de steek te herhalen met dezelfde grootte, drukt u op
de STOP-toets. Verplaats uw stof en duw het voetpedaal
dan in om verder te naaien. De steek herhaalt dan het
stopvierkant met dezelfde grootte. De machine stopt
automatisch wanneer de steek klaar is.
TRENS (HANDMATIG)
Bevestig elastische uiteinden, gordijnplooien, riemlussen en
hoeken van zaken met hetzelfde effect als confectiekleding.
1. Leg de stof onder de naaivoet.
2. Druk tweemaal op Sensorvoet omlaag en draaien en leg de
stof goed als dat nodig is.
3. Duw het voetpedaal in; de sensorvoet gaat automatisch
omlaag en u begint te naaien.
•
Uw machine naait een rechte steek totdat u op de
achteruitnaaitoets drukt.
•
Uw machine naait dan achteruit totdat u opnieuw op de
achteruitnaaitoets drukt.
•
Daarna naait uw machine een zigzagsteek, over de rechte
steken heen.
•
Druk op achteruitnaaien om automatisch af te hechten.
Selecteer het type stof en steek 1:20
Geweven, dikke stof en steek 1:21.
1
2
3
4
N
AAITECHNIEKEN
57