Inhoudsopgave
Advertenties
NAAIMODUS
De naaimodus is de eerste weergave op het display nadat u de machine aanzet wanneer de borduureenheid niet is aangesloten.
Hier vindt u de basisinformatie die u nodig hebt om te beginnen met naaien. Hier past u ook de instellingen van uw steek aan.
Standaard is de rechte steek geselecteerd.
OVERZICHT
1. Aanbevolen naald voor de geselecteerde stof, in dit geval een
Universele naald 80. Als tweelingnaald is ingeschakeld, wordt
de geselecteerde tweelingnaaldmaat getoond. Een pijl naast
het pictogram van de naald geeft aan of naald omhoog/
omlaag is geselecteerd.
2. Aanbevolen naaivoet voor de geselecteerde steek en stof.
3. Naaisnelheid aangegeven met vijf niveaus. Verlaag of verhoog
de snelheid door op SPEED + of op SPEED - te drukken
(zie pagina 27).
4. Steeklengte. Verklein of vergroot de steeklengte door op - of
op + te drukken (A) (zie pagina 37).
5. Wanneer er een rechte steek is geselecteerd, wordt de
naaldpositie weergegeven in plaats van de steekbreedte.
Verander de naaldpositie door op - of op + te drukken (B)
(zie pagina 38).
6. De geselecteerde steek, zowel afgebeeld als weergegeven met
het nummer.
7. De stof en naaitechniek die op de Exclusive SEWING
ADVISOR
™
functie zijn geselecteerd (zie pagina 37).
8. Geeft aan dat er een stretchnaald 90 moet worden gebruikt.
9. Aanbeveling om zelfklevende glijplaatjes te gebruiken (zie
pagina 7).
10. Aanbeveling om versteviging onder uw stof te gebruiken.
11. Steekbreedte. Verklein of vergroot de steekbreedte door op -
of op + (B) te drukken (zie pagina 37).
12. Aanbeveling om de naaivoet te verwijderen wanneer u knopen
aannaait.
13. Het pictogram voor het verzinken van de transporteur wordt
weergegeven wanneer u knopen aannaaien is geselecteerd en
wanneer free motion is geselecteerd in het SET Menu.
14. Aanbeveling om het multifunctionele gereedschap/
knopenhulpstuk te gebruiken bij het aanzetten van een knoop.
15. Stel het aantal te naaien steken op de knoop in met de
navigatiepijlen omhoog en omlaag (C).
16. Aanbeveling voor knoopsgat met inlegdraad. Bij het naaien
van knoopsgaten in elastische stof raden we aan om het
knoopsgat met draad in te leggen voor meer duurzaamheid
(zie pagina 54).
17. Bij het naaien van een handmatig knoopsgat of bij het
stopprogramma is het pictogram voor achteruitnaaien te zien
om aan te geven dat u op de Achteruitnaaien moet drukken
wanneer de kolommen van het knoopsgat of de stopsteek de
gewenste lengte hebben.
34
1
2
3
4
A
8
9
12
13
14
C
16
7
6
5
B
10
11
15
17
Advertenties
Inhoudsopgave
