11 Storingen in thermisch comfort
In de meeste gevallen zal de controller storingen detecteren en
rapporteren door middel van alarmen en instructies voor het op-
lossen van problemen op het display. Zie "Alarmbeheer", dat pas-
sende informatie bevat over hoe om te gaan met een alarm. Als
de storing niet op het display verschijnt of als het display gedimd
is, kunt u de volgende instructies voor het oplossen van proble-
men gebruiken.
Alarm betekent dat er een storing is, die wordt aangegeven door
een statuslampje dat van groen naar rood verandert en een
alarmbel in het informatievenster.
Alarm
Lagedrukalarm
alarm
info / handeling
alarm resetten
hulpmodus
Een rood alarm geeft aan dat er een storing is opgetreden die
niet door de warmtepomp en/of controlemodule alleen kan
worden verholpen. Door aan de instelknop te draaien en op
de OK-knop te drukken, kunt u het alarmtype weergeven en
het alarm wissen. De installatie kan ook worden ingesteld op
de helpfunctie.
informatie / actie Hier kunt u de beschrijving van het alarm le-
zen en instructies krijgen voor het oplossen van het probleem
dat het alarm heeft veroorzaakt.
het alarm wissen in veel gevallen is het voldoende om"het
alarm wissen" te selecteren om het product weer in normaal
bedrijf te stellen. Als het groene lampje gaat branden wan-
neer "het alarm wissen" is geselecteerd, is de oorzaak van het
alarm weggenomen. Als het rode lampje nog steeds zichtbaar
is en het display het "alarm"-menu toont, blijft het probleem
bestaan. Als het alarm verdwijnt en opnieuw optreedt, neem
dan contact op met een erkend installateur of servicebedrijf.
helpfunctie 'helpfunctie' is het type noodfunctie. Dit bete-
kent dat de installatie ondanks het probleem toch warmte en/
of warm water produceert. Dit kan betekenen dat de warm-
tepompcompressor niet werkt. In dit geval wordt de warmte
en/of het warme water bereid door een elektrische bijverwar-
ming.
AANDACHT
Door "Helpmodus" te selecteren, wordt het pro-
bleem dat de oorzaak van het alarm niet opgelost.
Daarom zal het statuslampje rood blijven bran-
den.
90
Hoofdstuk 11 | Storingen in thermisch comfort
Als het alarm niet is gereset, neem dan contact op met de
installateur voor een goede reparatie.
BELANGRIJK
Vermeld bij het melden van een storing altijd het
serienummer van het product (14 cijfers) op het
typeplaatje (PF1).
Problemen oplossen
Als het display geen informatie over storingen weergeeft,
kunnen de volgende indicaties worden gebruikt:
Basishandelingen
Controleer eerst de volgende punten:
•
Schakelaarpositie.
•
Zekering groep en hoofdgebouw zekering.
•
Gebouw een aardlekschakelaar.
•
Correct ingestelde stroomsensor (indien geïnstal-
leerd).
Lage temperatuur of geen warm water
Dit deel van het hoofdstuk problemen oplossen is van toe-
passing.
•
Gesloten of geblokkeerde warmwatervulklep
- Open de klep.
•
Mengklepinstelling te laag (indien geïnstalleerd).
- Stel de mengklep af.
•
Besturingsmodule in verkeerde bedrijfsmodus.
- Als de "handmatige" modus is geselecteerd, selec-
teer dan "bijverwarming".
•
Hoger warmwaterverbruik.
- Wacht tot het warme water is opgewarmd. De tijde-
lijk verhoogde warmwatertoevoer (tijdelijk Lux.) kan in
menu 2.1 worden ingeschakeld.
•
Warm water te laag ingesteld.
- Ga naar menu 2.2 en selecteer een hogere comfort-
modus.
•
Te laag of geen prioriteit voor warm water.
- Ga naar Menu 4.9.1 en verhoog de tijd die nodig is om
warm water voorrang te geven.
Lage kamertemperatuur
•
Gesloten thermostaten in meerdere kamers.
- Open de thermostaatkranen volledig in het maximale
aantal kamers.
•
Regel de kamertemperatuur in menu 1.1 in plaats van
de thermostaten uit te schakelen.
•
Besturingsmodule in verkeerde bedrijfsmodus.
- Ga naar menu 4.2. Als de "auto" modus is geselec-
teerd, selecteer dan een hogere waarde voor "schakel
de verwarming uit" in menu 4.9.2.
SHB20