Vullen en ontluchten van het verwar-
mingssysteem en de SHB 20
1.
Open de ontluchter op het hoogste punt in het verwar-
mingssysteem.
2.
Stel alle mengkranen in op de doorstroompositie van
alle circuits.
3.
Open de vulkraan van het verwarmingssysteem, vul
deze met verwarmingsmedium en ontlucht vervolgens
het systeem.
4.
Controleer de manometer, die een stijging van de druk
zal laten zien. Vul het systeem tot de vereiste druk (1,5-
2 bar), sluit vervolgens de vulklep. De maximale werk-
druk van het systeem is 2,5 bar.
5.
Schakel de circulatiepomp van het verwarmingssys-
teem in. Automatische ontluchtingskleppen die in het
verwarmings-/koelcircuit zijn geplaatst beginnen het
systeem te ontluchten.
6.
Als de druk tijdens de ontluchting onder 1 bar daalt,
moet het verwarmingscircuit met verwarmingsmedi-
um worden bijgevuld.
Circulatiepomp
Pompsnelheid
De circulatiepomp in de SHB 20 wordt PWM-gestuurd en
regelt zichzelf door regeling en op basis van verwarmings-/
warmwatervraag.
Beschikbare druk, circulatiepomp GP12.
(kPa)
90
80
70
60
50
40
30
20
10
20%
0
0.0
0.1
0.2
SHB 20-6
SHB 20-12
Hoofdstuk 7 | Inbedrijfstelling en afstelling
40
100%
80%
60%
40%
0.6 (l/s)
0.3
0.4
0.5
Latere aanpassing, ontluchting
Aanvankelijk van het verwarmingswater kan ontluchting no-
dig zijn. Als je nog luchtbellen in het verwarmingssysteem
hoort, moet het hele systeem extra ontlucht worden. Het
systeem wordt ontlucht via de ontluchtingskleppen. De SHB
20 moet tijdens het ontluchten zijn uitgeschakeld.
Inbedrijfstelling
BELANGRIJK
Het opstarten van de installatie moet worden uit-
gevoerd door een persoon met de juiste vergunnin-
gen en toestemming van de fabrikant!
Om de warmtepomp op te starten, is het noodzakelijk om
1.
Schakel de stroomtoevoer naar de SHB 20 in en zorg
ervoor dat de METROAIR L correct is aangesloten op de
stroomvoorziening en communicatie.
2.
Volg de instructies in de Inbedrijfstelling Wizard op het
display.
Inbedrijfstelling Wizard
BELANGRIJK
Vul en ontlucht het verwarmingssysteem met
water voordat u de schakelaar in de stand "I " zet.
1.
Zet de schakelaar (SF1) op de controller op"I".
2.
Volg de instructies in de Inbedrijfstelling Wizard op
het display. Als de Inbedrijfstelling Wizard niet start na
het starten van de driver, start deze dan handmatig in
menu 5.7.
TIP
Raadpleeg Hoofdstuk 8 Regelingen - Inleiding
voor meer gedetailleerde informatie over de be-
dieningselementen van de installatie (bewerkin-
gen, menu's, enz.).
Inbedrijfstelling
De Inbedrijfstelling Wizard wordt geactiveerd wanneer de
installatie voor het eerst wordt gestart. De wizard vertelt u
wat u moet doen de eerste keer dat u de installatie start
en helpt u de basisinstellingen van de installatie te confi-
gureren.
De Inbedrijfstelling Wizard zorgt ervoor dat de inbedrijfstel-
ling correct wordt uitgevoerd en niet kan worden wegge-
laten. Inbedrijfstelling Wizard kan later in Menu 5.7 worden
gestart.
SHB20