Hijsen van de pallet naar de in-
stallatieplaats
Verwijder de verpakking en de bevestigingstape van de pal-
let voordat u deze opheft.
Plaats hijsbanden onder elke voet van de machine.
Voor het overbrengen van de pallet naar de basis zijn vier
personen nodig, één op elke hijsband.
Til het apparaat alleen aan de voeten op.
Sloop
In geval van sloop, demonteer het product door de boven-
staande stappen in omgekeerde volgorde te volgen. Til de
bodemplaat op in plaats van de pallet!
Condensaatafvoer
Het condensaat wordt onder METROAIR L naar de grond
afgevoerd.
Om schade aan het gebouw en de warmtepomp te voor-
komen, het condensaat moet worden opgevangen en goed
worden afgevoerd.
BELANGRIJK
De afvoer van het condensaat is belangrijk voor de
werking van de warmtepomp. De condensaataf-
voer moet zodanig worden gericht dat deze geen
schade aan het gebouw kan veroorzaken.
BELANGRIJK
Sluit geen verwarmingskabels met automatische
regeling aan.
BELANGRIJK
De elektrische installatie en bedrading moet wor-
den uitgevoerd onder toezicht van een gekwalifi-
ceerde elektricien.
•
Laat het condensaat (tot 50 l / 24 uur) met de slang
naar een geschikte afvoer lopen. Aanbevolen wordt
om de condensaatroute naar buiten zo kort mogelijk te
houden.
•
Het deel van de leiding dat aan vorst kan worden bloot-
gesteld, moet met een verwarmingskabel worden ver-
warmd om bevriezing te voorkomen.
•
Leid de slang van de METROAIR L warmtepomp naar
beneden.
•
De afvoer van de condensaatafvoerslang moet zich op
vorstvrije diepte of in een ruimte bevinden (met inacht-
neming van de plaatselijke regels en voorschriften).
•
Bij installaties waar luchtcirculatie in de condensaat-
afvoerslang kan optreden, moet een sifon worden ge-
installeerd.
•
De isolatie moet goed aan de onderzijde van de con-
densaatafvoergoot hechten.
SHB20
Aanbevolen
condensaatafvoer
Afvoer in de ruimte
Het condensaat wordt afgevoerd naar de afvoer in de ruim-
te (in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften
en voorschriften).
Leid de slang van de lucht/water warmtepomp naar bene-
den.
De condensaatafvoerleiding moet worden voorzien van een
sifon om luchtcirculatie te voorkomen.
Als uw gebouw een kelder heeft, gebruik dan een stenen
caisson om te voorkomen dat condensatie het gebouw be-
schadigt. n andere gevallen kan de stenen caisson direct
onder de warmtepomp worden geplaatst.
De afvoer van de condensaatafvoerslang moet zich op een
vorstvrije diepte bevinden.
Hoofdstuk 5 | Externe eenheid METROAIR L
alternatief
voor
Opening door de
Joint
buitenmuur van
het gebouw
Water seal
Sifon
Frost proof
Vorstdiepte
Frostfritt
depth
van de grond
LEK
31