Regeling - Menu's
Menu 1 – BINNENKLIMAAT
OVERZICHT
Submenu's
Het menu BINNENKLIMAAT heeft meerdere submenu's. U
vindt de statusinformatie van het betreffende menu op het
display aan de rechterkant van de menu´s.
temperatuur De temperatuur voor het afgiftesysteem in-
stellen. In de statusinformatie worden de instelwaarden
weergegeven voor het afgiftesysteem.
ventilatie De ventilatorsnelheid instellen. De statusinfor-
matie wordt weergegeven in de geselecteerde instelling.
Dit menu wordt uitsluitend weergegeven indien de afvoer-
luchtmodule is aangesloten (accessoire).
programmering Verwarming, koeling en ventilatie plan-
nen. De statusinformatie "instellen" wordt weergegeven
wanneer u een programma instelt, maar op dit moment is
deze niet actief, "vakantieinstelling" wordt weergegeven
wanneer het vakantieschema tegelijkertijd actief is met de
programmering (de vakantiefunctie krijgt prioriteit), "actief"
wordt weergegeven wanneer een deel van het programma
actief is. Zo niet, dan wordt weergegeven " uit".
geavanceerd Stooklijn, afstelling met extern contact, mi-
nimale waarde van aanvoertemperatuur, ruimtevoeler en
koelfunctie instellen.
MENU 1.1 - TEMPERATUUR
SHB20
Indien de woning meerdere afgiftesystemen heeft, wordt dit met
een thermometer voor elk systeem aangegeven op het display.
In menu 1.1 kiest u tussen verwarming en koeling en stelt
u vervolgens de gewenste temperatuur in het volgende
menu "temperatuur verwarming/koeling" in.
Stel de temperatuur (met geïnstalleerde en
geactiveerde ruimtevoelers):
verwarming
Instelbereik: 5 – 30 °C
Standaardwaarde: 20
koeling (koeling moet geactiveerd zijn)
Instelbereik: 5 – 30 °C
Standaardwaarde: 25
De waarde in het display wordt weergegeven als een tem-
peratuur in °C indien het klimaatsysteem wordt geregeld
door een ruimtevoeler.
BELANGRIJK
Een langzaam verwarmingssysteem, zoals bi-
jvoorbeeld een vloerverwarming, is mogelijk niet
geschikt voor regeling met behulp van de ruim-
tesensoren.
Gebruik de selectieknop om de kamertemperatuurinstel-
ling te wijzigen in de gewenste temperatuur op het display.
Bevestig de nieuwe instelling met een druk op OK. De nieu-
we temperatuur wordt weergegeven aan de rechterkant
van het symbool in het display.
Instellen van de temperatuur (zonder geac-
tiveerde ruimtevoelers):
Instelbereik: -10 tot +10
Standaardwaarde: 0
Het display geeft de instelwaarden voor verwarming weer
(verschuiving stooklijn). Verhoog of verlaag de waarde op
het display om de binnentemperatuur te verhogen of te
verlagen.
Gebruik de selectieknop om een nieuwe waarde in te stel-
len. Bevestig de nieuwe instelling met een druk op OK.
Hoofdstuk 9 | Controle
51