Aansluitmogelijkheden
BELANGRIJK
De BT25-temperatuursensor wordt met het appa-
raat meegeleverd. Het moet op de installatie wor-
den geïnstalleerd volgens de richtlijnen in het vol-
gende hoofdstuk.
Aansluiting op de binnenunit
De SHB 20 unit is niet uitgerust met afsluitkleppen voor
de verwarming die buiten de binnenunit moet worden ge-
installeerd om het latere onderhoud te vergemakkelijken.
Vergeet niet om de unit te beschermen met een deeltjes-
filters.
Gebruik zonder warmtepomp
Het is niet nodig om de configuratie van de hydraulische
aansluitingen te wijzigen om de binnenunit onafhankelijk
te laten werken zonder een buitenunit. Het toestel is uitge-
rust met een hulpverwarming, die bij afwezigheid van een
warmtepomp kan dienen als belangrijkste warmtebron.
XL1
XL2
XL52
XL53
Aansluiten van de boiler voor het warm water
Het SHB 20-apparaat moet worden aangesloten op de wisse-
laar in de externe boiler voor het warm water om warm water
te verkrijgen. Het oppervlak van de wisselaar is zeer belang-
rijk voor de selectie ervan. De BT6- en BT7-sensoren moeten
op de juiste plaatsen worden geplaatst. De BT7-sensor op de
plaats die de hoogste temperatuur in de tank aangeeft. De
BT6-sensor is 1/3÷1/2 van de spiraal gemeten vanaf het on-
derste uiterste punt. De locatie van de sensoren is weergege-
ven in het schema hieronder voor warm water. De boiler voor
warm water voor huishoudelijk gebruik moet worden aange-
sloten op een watertoevoersysteem met waterdruk die wordt
aanbevolen door de fabrikant van de boiler. Als de druk bij de
koudwatertoevoer naar de tank hoger is dan toegestaan, moet
een drukregelaar worden gebruikt. Bij het opwarmen van het
water in de tank neemt de druk toe, dus elke tank moet wor-
den uitgerust met een geschikte veiligheidsklep, gemonteerd
op de koudwatertoevoer, die de boiler voor warm water zal be-
schermen tegen overmatige drukverhoging. In geval van ge-
bruik van circulatie van warm water, zie subsectie "Circulatie
van warm water".
SHB20
XL2
XL8
-BT7
- - B B T6 T6
BELANGRIJK
De plaats van de BT6-sensor moet worden geko-
zen op basis van het ontwerp van de gebruikte
warmwaterboiler.
BELANGRIJK
Het veiligheidsklep voor de boiler moet in over-
eenstemming met de instructies van de boilerfa-
brikant en de desbetreffende voorschriften wor-
den geïnstalleerd.
BELANGRIJK
Gebruik het apparaat niet als er een obstakel in
het veiligheidsventiel zit.
BELANGRIJK
Het is niet toegestaan om vernauwingen (bijv.
verloopstukken, vuilvangers, etc.) en afsluitklep-
pen tussen de tank en de veiligheidsklep te in-
stalleren. Alleen de installatie van een T-stuk met
een aftapkraan en een T-stuk met een membr-
aantank is toegestaan.
Aansluiting van het verwarmingssysteem
Bij aansluiting op een systeem waarbij alle radiators/vloer-
verwarmingsleidingen zijn voorzien van thermostatische
of elektroventielen, moeten passende hydraulische oplos-
singen worden gebruikt om te zorgen voor een voldoende
lading van het verwarmingsmiddel en een minimale, onge-
stoorde doorstroming. Zie "Buffertank" en "Minimale instal-
latiestroom".
XL1
XL2
BELANGRIJK
De SHB 20 unit wordt geleverd met een BT25-sen-
sor die geïnstalleerd moet worden bij een instal-
latie met parallel buffer of een extra warmtebron.
Hoofdstuk 4 | Pijpaansluitingen
25