6.8. Snijden met de voegensnijmachine
32
20
31
30
Snijden
38/58
21
22
29
1. Zet de doorvoerhendel (pos. 25) in de neutrale startpositie.
2. Activeer de machine met de hoofdschakelaar (pos. 20)
3. Zet de parkeerrem (pos. 30) los en trek de koppeling (pos. 29) in.
4. Activeer de rijaandrijving met de schakelaar (pos. 31)
5. Ontgrendel de doorvoerhendel (pos. 25) en positioneer de voegensnijmachine.
6. Activeer de bladaandrijving met de schakelaar (pos. 22) en selecteer het toerental op de poti (pos. 32)
voor.
7. Open de kogelkraan voor de watervoorziening.
8. Laat het zaagblad met de schakelaar (pos. 26) neer tot het blad op het oppervlak krast en stel de
indicatie van de snijdiepte op nul.
9. Laat het zaagblad tot op de gewenste snijdiepte neer.
10.
Leid de doorschuifbeweging langzaam met de doorschuifhendel (pos. 25) in.
11.
Pas de doorschuifsnelheid aan de snijomstandigheden aan.
12.
Signaleer het stroomverbruik met de ampèremeter (pos. 23).
23
28
24
25
26