2.4.2. Ingebruikneming
2.4.3. Bedrijf
Bij het inzetten van een zaagblad moeten de handen tegen scherpe kanten worden beschermd.
Let erop dat de ondergrond aan de draagkracht voldoet waarop wordt gesneden. Alle obstakels moeten
uit het snijgebied worden gehaald en er moet voor goede verlichting worden gezorgd.
Houd visuele controle over beschadigingen en defecten van de hele voegensnijmachine Speciale
controle van de beschermingsvoorzieningen.
Zorg voor watertoevoer voor de koeling van het zaagblad.
De stroomvoorziening moet via een FI/RDC met correcte afmetingen en correcte werking plaatsvinden.
Aansluitkabels en stekkers moeten voldoende groot zijn en zich in goede staat bevinden.
Defecte of gescheurde werktuigen moet direct worden vervangen.
Elke onveilige werkwijze is verboden.
Neem maatregelen zodat de voegensnijmachine alleen in veilige en functionele toestand kan worden
ingezet.
Voor het begin van de dienst moet de voegensnijmachine op uiterlijk herkenbare beschadigingen en
gebreken worden gecontroleerd! Meld alle veranderingen (inclusief bedrijfsgedrag) onmiddellijk aan de
verantwoordelijke instantie/persoon! Zet de machine evt. direct stil en beveilig deze tegen opnieuw
inschakelen.
Bij functiestoringen moet de voegensnijmachine onmiddellijk worden gestopt en beveiligd worden!
Laat storingen onmiddellijk verhelpen. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door hiervoor
opgeleid personeel worden uitgevoerd!
Maak alleen gebruik van geschikte en gekeurde werktuigen.
Ter bescherming tegen versnelling moet de diepte-instelling van het zaagblad langzaam en stapsgewijs
in de ondergrond worden ingereden. Elk contact met het roterende werktuig moet worden voorkomen.
1,5 m veiligheidsafstand tot het zaagblad aanhouden.
Snijden zonder zaagbladkap is verboden.
De operator moet tegen roterende delen worden beschermd.
13/58