Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Doseerstand aanpassen

Werkzaamheden vóór het strooien
In geval de werkelijke uitstroomsnelheid afwijkt van de gewenste
uitstroomsnelheid moet u de doseerstand aanpassen. Aan de hand
van onderstaand voorbeeld wordt uitgelegd hoe u daarbij te werk
gaat.
Met de kunstmestsoort en strooitabel uit het voorbeeld:
 Zie paragraaf »Voorbeeld 2:« vanaf pagina 78.
U wilt een gift van 200 kg/ha verspreiden bij een werkbreedte van 15
meter en een rijsnelheid van 8 km/h. De verwachte uitstroomsnelheid
is 40 kg/min bij doseerstand 36.
Bijvoorbeeld:
In 30 seconden heeft u 17,45 kg kunstmest opgevangen.
De uitstroomsnelheid per minuut wordt 17,45 x 2 = 34,9 kg/min.
Deze waarde wijkt te veel af van de verwachte 40 kg/min, zodat u de
doseerstand wilt aanpassen.
 Bepaal de waarde in de strooitabel die het meest in de buurt komt
van de gemeten waarde: 34,9 kg/min.
De waarde ligt tussen de 29,1 en 39,9 kg/min.
 Bereken hoeveel de uitstroomsnelheid in deze giftenrange
toeneemt als u de doseerstand 1 stand hoger zet.
 Het verschil in uitstroomsnelheid: 39,9 - 29,1 = 10,8 kg/min.
 Het verschil per "klik" van de stelmoer is 10,8: 6 = 1,7kg/min.
 Bereken het verschil in gemeten en gewenste uitstroomhoe-
veelheid: 40 - 34,9 = 5,1 kg/min.
 Bereken het aantal standen waarmee u de doseerstand moet
verhogen 5,1: 1,7 = 3 standen.
 Stel de juiste stand in: 36 + 3 = stand 39.
 Voer de afdraaiproef opnieuw uit totdat u de gewenste uitstroom-
snelheid van 40 kg/min heeft bereikt.
 Demonteer de afdraaicontainer.
95

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ps 403Ps 403-vitiPs 604Ps 754

Inhoudsopgave