Veiligheid
Werkplek
Trekker
14
Bediening en gebruik door 1 persoon
De machine mag slecht door één persoon vanaf de trekker worden
bediend. Bij bediening vanaf de trekker blijft u buiten de gevarenzone.
Andere personen mogen zich niet in de directe omgeving van de
machine en trekker ophouden. Zich ophouden binnen het werkbereik
en de gevarenzone kan letsel tot gevolg hebben.
Controleer de directe omgeving
Controleer en heb voordurende aandacht voor de directe omgeving bij
aanvang en tijdens werkzaamheden met en aan de machine.
Verzeker u van voldoende zicht op de directe omgeving. Begin niet
met werkzaamheden alvorens alle personen en obstakels uit het
werkbereik en gevarenzone van trekker en machine te hebben
verwijderd.
Zorg ervoor dat niemand (ook u niet) in het werkbereik en de
gevarenzone gaat staan terwijl de machine in bedrijf is! Zich
ophouden binnen het werkbereik en de gevarenzone kan letsel
veroorzaken.
Controleer de staat van de trekker en machine
Werk alleen met een goed functionerende trekker en machine.
Controleer altijd of:
•
alle verlichting, veiligheid- en waarschuwingsvoorzieningen juist
gemonteerd en in goed functionerende staat zijn,
•
het hefvermogen respectievelijk het trekvermogen voldoende is,
zie »Berekening asbelasting bij gedragen machines« op pagina
16,
•
de trekker passend is voor de machine, bijvoorbeeld op het gebied
van beremming, stabiliteit, motorvermogen, as-lasten en totaalge-
wicht,
•
het zicht voldoende is voor werkzaamheden met de machine en
voor transport.
Houd u aan de maximaal toegestane asbelastingen, totaalgewichten
en transportafmetingen! Het gebruik van een ongeschikte trekker kan
ernstig of dodelijk letsel of schade aan de machine veroorzaken.
Zie technische gegevens van de trekker.